536
16 JULI 1970
Noord-Brabant. Wij hopen dus dat gedeputeerde staten bij het opleggen
van de regeling zich niet zullen beperken tot het gedeelte van Teteringen,
maar in algemenere zin een uitspraak zullen doen. Wij verwachten dat
gedeputeerde staten deze gelegenheid zullen aangrijpen met beide par
tijen in overleg te treden om langs deze weg misschien tot een goede
regeling te komen. Wij verwachten niet dat gedeputeerde staten zullen
voorschrijven hoe het zal moeten.
Ik. onderschrijf de woorden van de heer van Werkhooven, die zeer
nadrukkelijk naar voren heeft gebracht dat het hem spijt dat deze onder
handelingen, die zo moeizaam zijn verlopen en die in 1968 werden be
kroond met een algehele overeenstemming waarbij alleen nog enkele
details van speciaal technische aard moesten worden geregeld, door ge
brek aan voldoende medewerking van de zijde van de waterleidingmaat
schappij met tot een oplossing hebben geleid. Dat spijt ons bijzonder
en ten einde raad hebben wij besloten een beroep op gedeputeerde staten
te doen. Wij hopen dat gedeputeerde staten, als hoger college dat de
gehele watervoorziening in de provincie kan overzien, een gezamen
lijke regeling aan de hand zal kunnen doen.
De heer von Schmid heeft gewezen op het voorontwerp van wet waarop
in dit stuk is gedoeld. Dit voorontwerp heeft tot doel het streven naar een
beperking van het aantal waterleidingbedrijven in Nederland. Er zijn
nog vele bedrijven en men streeft naar beperking van produktiebedrijven
en ook naar beperking van het aantal distributiebedrijven. Het is begrij
pelijk., ik kan mij dat heel goed voorstellen, dat dat van de zijde van
de Noordwest Brabantse waterleidingmaatschappij aanleiding is geweest
mee te delen dat wij niet moeten overgaan to' het stichten van een
aparte distributiémaatschappij waarbij alleen de produktie in handen
van de Noordwest Brabantse waterleidingmaatschappij zou blijven. Wij
weten echter allen dat een voorontwerp van wet misschien pas over vijf
jaar wet zal worden. De vraag is of de wet dan gelijk zal luiden aan het
huidige voorontwerp. Wij zijn echter van oordeel dat dit nog zo lang
kan duren dat het alleen maar verstandig zou zijn geweest voort te gaan
op de weg die wij waren ingeslagen, namelijk het vormen van een dis
tributiemaatschappij en het overgeven van de produktie aan de Noord
west-Brabantse. Dat zou een stap in de goede richting zijn, namelijk
in de richting van de schaalvergroting waarop in het voorontwerp van
wet wordt gedoeld. De heer Kruisinga, de staatssecretaris, wijst hierop
bij elke gelegenheid als hij over dit moeilijke onderwerp spreekt.
Wij zijn van oordeel dat het verstandig zou zijn het licht van gede
puteerde staten op deze zaak te laten schijnen en wij wachten af of
het dan mogelijk zal zijn om tot de zo gewenste samenwerking met de
Noordwest Brabantse waterleidingmaatschappij te komen. Het gezamenlijke
bouwwerk aan de Doornboslaan is de vrucht van een zeer goede samen
werking tussen deze waterleidingmaatschappij en de gemeente Breda.
Wij kunnen ons daarover alleen maar verheugen. Niet alleen wij ver
heugen ons daarover maar naar ik meen de Noordwest Brabantse water
leidingmaatschappij eveneens. Wij meenden dat het een bijzonder goed
uitgangspunt zou zijn voor de gewenste samenwerking.