540 16 JULI 1970 De heer Mendes heeft voortreffelijk opgemerkt dat de binnenstadsplan nen noord en oost voor dit gebied een bijzondere bebouwing hebben mogelijk gemaakt. In de inventarisatie moeten bovendien de finan ciële aspecten aan de orde komen. Voor mijzelf heb ik daarbij ook nog gedacht aan het vraagstuk van de prioriteiten. Dat is eigenlijk een beleidskwestie, een zaak die na de inventarisaties aan de orde moet komen. In deze lezing is dat echter een zaak van het nieuwe college. Ik zou daar nog aan willen toevoegen dat wij de laatste maanden veel over dit onderwerp hebben gesproken. Dit college is niet gelukkig met de naam civic-centre. Ik zou echter op dit moment geen andere naam weten. Wij hebben een vreselijke hekel aan deze naam. Wij hebben ons beraden over de schrijfwijze, maar dat doet aan de fraaiheid niets toe of af. Ik zou alleen willen opmerken dat de naam civic-centre het in dit college eigenlijk niet goed doet. Een stadhuis blijft een stadhuis, maar wij zullen toch naarstig naar een andere naam moeten zoeken die beter ligt. De naam civic-centre doet het in deze gevoelige binnenstad bepaald niet. Ik hoop dat aan de toezegging van burgemeester en wet houders de foto te verspreiden is voldaan. Wanneer dat niet het geval is zouden wij het alsnog kunnen doen. Ik heb uit de mond van de heer Mendes duidelijk de woorden "meer spoed" gehoord. Ik. neem aan dat dit plan na 1 september heel snel aan de orde zal komen en ik wil in dit verband een kleine schuldbekentenis doen. Naar aanleiding van vragen bij de algemene beschouwingen bij de begroting van 1968 -- ik herinner het mij als de dag van gisteren -- toen er werd gesproken over de nieuwe inzichten hebben wij gezegd die in zichten aan de orde te zullen stellen. Het resultaat hebt u gezien en ik ben erg blij dat u het een goed -- u hebt zelfs het woord "wijs" ge bruikt -- besluit vindt. Ik zou willen voorstellen de mededeling zoals die nu voor u ligt voor kennisgeving aan te nemen. Ik wil daarbij dan wel aantekenen dat de raad met instemming van deze mededeling heeft kennisgenomen. De heer VON SCHMID; Naar aanleiding van uw antwoord wil ik op merken dat het mij ook juist voorkomt niet meer van civic-centre te spreken. Dit leeft ook in andere kring. Wij zouden ook kunnen zeggen: wij praten over de binnenstad met alle problemen. Later komt er dan nog wel een naam voor. Wij behoeven daar op dit moment het hoofd niet over te breken. Ik. ben eigenlijk erg verheugd over uw opmerking dat er in feite sprake moet zijn van het inschakelen van de raad bij het maken van de nieuwe plannen, maar dat ook belangstellenden en des kundigen uit de stad hierbij betrokken moeten worden. Het zal u niet verbazen te horen dat ik dat een verheugende ontwikkeling in de ge- dachtengang vind. Hierbij komt dan weer een stedebouwkundige advies raad opdoemen, waarover ik al eens eerder heb gesproken. De naam doet overigens met veel ter zake. Voorts is het van belang dat u evenals de heer Mendes sprak over het feit dat hier met spoed aan moet worden gewerkt. Bij die spoed moet echter ook worden gelet op het meewerken van de raad en andere mensen bij het maken van nieuwe plannen. In het andere geval lopen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 540