544
16 JULI 1970
gegeven moment hebben gedacht: kom, wij gaan daar iets aardigs
maken, wij zullen daar zand gaan graven en dat zand kunnen wij dan
mooi voor de weg gebruiken. Het is echter net andersom. Er moet:
een weg komen, daarvoor moet zand worden gegraven. Bij het aller
eerste besluit dienaangaande hebben wij al gesteld dat daar niet in het
wilde weg zand gegraven moet worden, want dan zou een reeds bestaand
recreatiegebied worden vernield. Wij hebben toen gesteld dat dit plan
matig moest gebeuren. Wij zijn toen gekomen tot de eenvoudige ge
dachte daar meren te vormen, die in het recreatiegebied een bepaalde
bestemming kunnen krijgen. Ik ben in het geheel geen tegenstander
van een verder onderzoek, dat zal natuurlijk noodzakelijk zijn. Er
zal ook een onderzoek moeten plaats vinden naar de vraag hoe dit ge
regeld en bestuurd moet worden.
Wethouder GIELEN: Uit de opmerkingen van de heren van Caulil en
Spanjer is al een antwoord op de woorden van de heer von Schmid te
halen. Wij zijn namelijk niet op zoek naar mogelijkheden ergens een
recreatiegebied te beginnen. Wij willen geen onderzoek instellen naar de
vraag of er bij de recreanten behoefte aan een dergelijk gebied bestaat.
De zaak ligt anders. Op 16 april 1970 besloot de raad tot aankoop van
gronden in het gebied van de Galderse Meren, tot een gezamenlijke
grootte van 55 hectare. In antwoord op de betreffende vraag kan ik
vermelden dat die aankopen zeer vlot verlopen. Ei wordt daar een weg
aangelegd, daarvoor is een grote hoeveelheid zand nodig. Bij de zand
winning zouden drie meren ontstaan. Men gebruikt deze gelegenheid
in die prachtige omgeving, waar al heel veel mensen recreatie zoeken,
om een goed recreatiegebied te ontwikkelen. De heer von Schmid be
hoeft zich daar niet al te ongerust over te maken. Bij het stuk heeft
een bijlage ter inzage gelegen en daarin stond wat er in de eerste fase
van het onderzoek zal gaan gebeuren en wat in de tweede fase aan de
orde zal komen. In die bijlage stond ook dat er wel degelijk aandacht
zal worden geschonken aan het onderzoek naar de recreatie als zodanig.
Bij de kostenraming wordt het expliciet genoemd. Er staat onder meer:
"afweging van de mogelijkheden en wenselijkheden in studie- en plan
gebied" en "recreatie-onderzoek inclusief verkeer".Wij kunnen deze zaken
echt wel aan de Grontmij overlaten. Deze maatschappij verzorgt niet
voor de eerste keer een dergelijk plan. Men is buitengewoon goed op de
hoogte van de cijfers en de publicaties op het gebied van de recreatie.
Er behoeft daarover geen enkele ongerustheid te bestaan. Ik ben in het
geheel geen specialist op het gebied van de recreatie, ik kan mij voor
stellen dat de heer van Bijnen daar veel meer over kan zeggen.
De heer MELZER: Is cultuur geen recreatie?
Wethouder GIELEN: Cultuur is natuurlijk ook recreatie, maar wij
hebben in het college een portefeuille waarin het woord recreatie
wordt genoemd en ik begeef mij niet graag op het terrein van anderen
die veel deskundiger zijn. Ik wil de heer von Schmid alleen duidelijk
zeggen dat hier een bepaald gegeven is. Er is een gebied dat zich zeer