547 16 JULI 1970 De heer VAN CAULIL: Ik moet vooraf zeggen dat ik het antwoord niet weet. In de praktijk is het echter mogelijk gebleken dat van een heel pand de benedenverdieping bewoonbaar is, terwijl de bovenver dieping onbewoonbaar wordt verklaard. Misschien is dit een oplossing. Ik kan het niet met zekerheid zeggen, maar misschien kan deze infor matie nuttig zijn voor de beantwoording van de vraag. Wethouder GIELEN: Ik weet natuurlijk het antwoord niet. Ik weet vele huizen in Breda, maar ik weet niet precies hoe de situatie in de Zandbergweg is. Het is heel goed mogelijk dat de situatie is zoals de heer van Caulil aangeeft. Het is ook mogelijk dat het besluit juist is, hoewel er sinds kort weer mensen wonen. Misschien wonen die mensen er zonder dat iemand er iets van afweet. Ik weet er helemaal niets van. Ik mag niemand beschuldigen, Ik kan geen antwoord op de viaag van de heer von Schrnid geven. Wij zoeken naar een oplossing. Ik kan echter geen antwoord geven. De VOORZITTER: Daarmee is ook gezegd dat wij zullen nagaan wat de opmerkingen van de heer von Schmid behelzen. Wanneer hier een verkeerd nummer is genoemd of een verkeerde situatie is ontstaan, moet dat vanzelfsprekend recht getrokken worden. Het komt echter nogal eens voor dat onbewoonbaar verklaarde woningen bewoond zijn. Ik zeg echter toe dat nauwgezet zal worden nagegaan of deze mededeling juist is. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 12. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING VAN DE KREDIETEN VOOR HET BOUWRIJPMAKEN VAN HET BESTEM MINGSPLAN HOGE VUCHT. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIK BAARSTELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET OMLEGGEN VAN DE RIOLERING IN DE OMGEVING VAN DE ROTONDE AAN DE RIJSBERGSEWEG. De heer VON SCHMID: Ik heb één vraag. Ik verkeer altijd in twijfel over de vraag of het hier gaat om een rotonde of een verkeersplein, mede door de aanwezigheid van de heer van Werkhooven. De heer VAN WERKHOOVEN: Het is een verkeersplein, want het wordt aangegeven door een rond bord met draaiende pijlen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 547