548 16 JULI 1970 14. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN VERZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE STICHTING VOOR R.K. ONDERWIJS VERBONDEN AAN "DE KLOKKENBERG" TE BREDA OM MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 84 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920 VOOR HET UITBREIDEN MET EEN TWEETAL LOKALEN. 15. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOE KENNEN VAN EEN SCHADELOOSSTELLING AAN C. M. N. BREKEL- MANS, WEGENS AFSTANDDOENING VAN DE HUUR EN HET RECHT OP GEBRUIK VAN HET BEDRIJFSPAND KRAANSTRAAT 2. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achter eenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wet houders besloten. 16. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR GEDEELTEN VAN HET GEBIED RUITERS BOS. De heer JACOBS: Namens de meerderheid van mijn fractie protesteer ik uit naam van vrijwel alle bewoners van het Ruitersbos. Op 12 oktober 1960 is door de raad een uitbreidingsplan vastgesteld voor het Ruiters bos, waarbij een gedeelte van het Ruitersbos is bestemd voor bijzondere bebouwing, o. a. een kerk, een winkelcentrum, een school, etc. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat burgemeester en wethouders mede werking verlenen aan het bouwen van flats midden m een villa- en bungalowpark. Waarom wordt deze grond niet uitgegeven voor villabouw? Waarom weer hoogbouw? Het Ruitersbos wordt al voldoende door hoogbouw begrensd, zoals de flats aan de Graaf Hendiik III-laan, het bejaardenhuis Ruitersbos, de Oranjeflat, huize Breedonk en de Sociale Academie. De bewoners hebben echt geen behoefte aan nog meer hoogbouw en zeker niet aan flats. Het bouwen van flats zou niet alleen een inbreuk betekenen op de privacy van de bewoners, maar ook de waarde van hun huizen aan zienlijk doen dalen. In het stuk staat dat belanghebbenden in de gelegenheid worden ge steld bezwaren in te dienen. Uit goede bron is mij bekend dat van deze mogelijkheid reeds in ruime mate gebruik is gemaakt, hetgeen ik graag langs deze weg wil onderstrepen. Het zou zeer betreurenswaardig zijn wanneer het gemeentebestuur zou besluiten toestemming te verlenen voor de bouw van flats midden in een van de mooiste woonwijken van Bieda. In verband hiermee acht ik het derhalve onjuist dit voorbereidingsbesluit aan te nemen. De VOORZITTER: In antwoord op de woorden van de heer Jacobs wil ik graag het volgende opmerken. Ik meen dat wij er goed aan doen ons even te bezinnen op wat er met dit voorbereidingsbesluit in feite gebeurt. Voorbereidingsbesluiten zijn in de oude wet op de ruimtelijke ordening natuurlijk al altijd aan de orde geweest. Sinds 1 augustus 1965 is er een nieuwe wet op de ruimtelijke ordening van kracht. Ingevolge de bepa lingen van deze nieuwe wet is er een andere weg nodig voor het toepassen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 548