552
16 JULI 1970
bijvoorbeeld de mogelijkheden van eventuele inspraak en medezeg
genschap.
De heer MENDES: Ei wordt naar mijn mening door de geplande weg
Ulvenhout-Willem van Oranjelaan nogal wat natuurschoon aangetast.
In het voorstel wordt wel gesproken over het Markdal, maar over de
aantasting van het Mastbos is geen woord in het voorstel vermeld. Ik
vind dat een belangrijke zaak. De gehele omgeving rondom het kasteel
Bouvigne is een van de mooiste delen van onze gemeente. Zij is rijk
aan natuurschoon en tevens rustig. Ik moet eerlijk zeggen dat ik per
soonlijk nog niet overtuigd ben van de absolute noodzakelijkheid van die
weg van Ulvenhout naar de Willem van Oranjelaan. Misschien zou de
absolute noodzakelijkheid van die weg mij vanavond duidelijk gemaakt
kunnen worden.
Ik heb nog een vraag. In het stuk wordt gesproken over de kosten,
namelijk de totale kosten van zowel de aansluiting op de provinciale
weg als de weg van Ulvenhout naar de Willem van Oranjelaan en er
wordt een bedrag genoemd van 4. 750. 000, Ik zou willen vragen
of in dit bedrag de kosten van de eigendomsverwerving begrepen zijn
van gronden en opstallen.
De heer VON SCHMID: Ik vind toch ook wel aanleiding om hrerover
het een en ander te zeggen. Men zou, zoals de heer Mendes, de vraag
kunnen stellen of die weg absoluut noodzakelijk is. Ook kan men de
vraag stellen of de weg zo moet komen te lopen zoals zij nu gepland
is. In beide gevallen -- en ik sluit mij nu aan bij de voorgaande sprekers --
wordt belangrijk natuurschoon aangetast. Het Markdal zal zeker een
deel van zijn bekoring verliezen, terwijl ook het Masrbos wordt geschaad.
Voorts zal bij de kruising van de Allerheiligenweg en de Ulvenhoutselaan
ook nogal wat sneuvelen. Als men dit ziet gaat men zich natuurlijk af
vragen of dit allemaal nu zo moet. Er wordt gezegd dat dit alles voor
het verkeer noodzakelijk is en dat men er zo snel mogelijk moet kunnen
komen, maar het kan best zijn dat daarvoor zoveel wordt afgebroken dat het
helemaal geen zin meer heeft om er naar toe te gaan. De situatie kan ont
staan dat men razendsnel naar en door Breda kan rijden, maar dat niemand
daaraan nog behoefte heeft, laat staan dat men er wil blijven. Dit zijn
enkele vragen die men filosofisch kan stellen; ik weet wel dat het verkeer
toch zijn rechten krijgt en daarom houd ik mij maar niet bezig met de
paradijselijke toestand die zou blijven bestaan als die weg er niet zou
komen, maar ik wil toch wel iets zeggen over de manier waarop die
weg nu is gepland. Er wordt niet alleen schade toegebracht aan het Mark-
dal en het Mastbos, maar er zijn ook personen bij betrokken, met name
bewoners. Dit sluit aan op wat de heer van Caulil opmerkte, maar deze
heeft het wat meer in het algemeen gesteld. Een aantal bewoners van de
Ulvenhoutselaan, en dan speciaal aan de even genummerde zijde, dreigt
op een soort eilandje te komen wonen, tenminste zoals het plan nu is.
Zij zien het althans zelf zo. Er is voor de Ulvenhoutselaan eenrichtings -
verkeer gepland en er is straks geen oversteek bij de Allerheiligenweg.
Deze bewoners vragen zich nu af hoe zij dan zullen moeten gaan naar
Ulvenhout, Ginneken, het Valkeniers plein enzovoorts, en wat zij met