560
16 JULI 1970
Wij waren er met ons allen van overtuigd dat zich verschillende moei
lijkheden zouden voordoen. Wij zien alles optimistisch in, maar de
mensen, die daar wonen en daar hun opstallen hebben, hebben allerlei
huisdieren en zijn daaraan gehecht. Als wij die achterterreinen in orde
gaan maken zullen wij wel met allerlei problemen te maken krijgen,
zoals bijvoorbeeld de tijdelijke vervanging. Wij zijn er echter van over
tuigd dat de eerste stap in de goede richting gezet is en wensen het col
lege veel succes met het realiseren van deze plannen.
De heer SMIT: Evenals de heer von Schmid zou ik graag nader worden
geïnformeerd willen worden over de subsidie. Als ik het wel heb wordt
door het rijk, voor zover het door het ministerie van ruimtelijke ordening
vertegenwoordigd is, geen subsidie verleend. Hier wordt alleen gesproken
over het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk en
voor zover ik het kan beoordelen betreft de subsidie waarover in dit stuk
gesproken wordt niet de eigenlijke onderhoudswerkzaamheden, inhalen
van achterstallig onderhoud en renovatie, maar klaarblijkelijk andere
zaken. Uit. het stuk kan ik echter niet opmaken welke die andere dingen
zijn.
Voorts meen ik dat door de provincie helemaal geen subsidie gegeven
wordt. Het zou goed zijn als daarover enige klaarheid zou ontstaan, want,
zoals in het stuk staat zal een gedeelte van deze werken opgevangen, be
kostigd, in elk geval gedragen moeten worden door een huurverhoging.
In verband daarmede zou ik graag willen weten of het college ons inzicht
zou kunnen geven in de mate van huurverhoging en in de hoogte van de
huur op dit moment.
Wethouder GIELEN: Het college heeft met voldoening vernomen dat
het, plan, zoals het hier is voorgelegd, over het algemeen de instemming
heeft van de raad. De vraag is gesteld wanneer de eerste renovatieplannen
aan de raad zullen worden voorgelegd. Ik kan de raad daaromtrent geen
definitieve datum noemen, maar er is alle hoop dat de eerste plannen
voor het einde van dit jaar zullen worden voorgelegd.
Ik meen dat in het stuk staat dat de huur zal worden bepaald in een
vergelijking met vergelijkbare woningen, als de betrokken woningen
gerenoveerd zijn. Als de kostprijs van de renovatie uitgaat boven de huur
die is vastgelegd naar aanleiding van vergelijkingen met vergelijkbare
woningen zal het rijk het verschil aan de gemeente terugbetalen.
Er is gevraagd hoe het met de financiering zit. In het stuk is dat nog
niet helemaal rond. Daarover worden nog onderhandelingen gevoerd en
op dit moment kan ik daarover dus niet meer mededelen dan in het: stuk
vermeld is. Op bladzijde 2 wordt over de financiering gesproken.
Als de heer Smit vraagt wat nu eigenlijk bedoeld wordt met de laatste
alinea op bladzijde 2 geloof ik dat zulks daar toch duidelijk omschreven
staat. In de alinea daarvoor staat.: "Voorts achten wij het noodzakelijk
dat in de renovatieplannen ook het bij de woningen behorende erf wordt
betrokken. waarna een verdere beschrijving volgt. Verderop staat weer:
"Naast de bovenomschreven tegemoetkomingen kan het ministerie van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk aanvullende subsidies verstrekken,
ten einde gewenste woningverbeteringen voor zover zij bovenvermelde