564 16 JULI 1970 Ik had niet gedacht dat dit stuk zoveel opmerkingen zou uitlokken, temeer nu men het na overleg gezamenlijk over eens was geworden. Als men vraagt of men het er werkelijk allemaal mee eens was moet ik eerlijk toegeven dat dit een onmogelijke zaak is. In de raad heb ik dat echter ook nooit meegemaakt. De VOORZITTER: Dit voorstel en de nieuwe regeling is het resultaat van het overleg dat ik persoonlijk met de horecamensen heb mogen voeren en de werknemers. Op deze plaats wil ik zeggen dat dit een bijzonder nuttig en constructief overleg was. Wij hebben alle mogelijkheden over zien, men is naar huis gegaan en naderhand heeft men het college een voorstel gedaan, namelijk het voorstel dat u vrijwel letterlijk terugvindt in het voorstel dat nu aan de orde is. De heer Lohmann kan ik zeggen dat de normale café's op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag de gehele dag open zullen zijn tot 01.00 uur. Dat is dus het handhaven van de bestaande situatie. In het voorstel staat dat deze zaken op zaterdag, zondag en maandag tot 02.00 uur open zullen zijn. Die maandag is dus de maandagnacht. In de nacht van zondag op maandag is het om 02. 00 uur al maandag en dat is dus bedoeld voor het weekeinde. Voor de bars ligt de situatie anders. Onder c en d van het besluit heeft u kunnen zien dat die maandag, dinsdag en woensdag van 8 uur tot 2 uur open zijn en vrijdag, zaterdag en zondag -- omdat het dan om'5 uur is -- betreft het een terugbrengen van de openingstijd. Ik meen dat de heer von Schmid speciaal doelde op de nachtbars, die nu dus open zijn van 10 tot 4 uur. In het besluit worden die nog genoemd. Uit een discussie in de afdeling voor juridische zaken, die ik zelf niet heb bijgewoond, maar waarvan ik wel de notulen heb gezien, is gebleken dat men de mogelijkheid wenst te overwegen die sluitingstijd niet 4 uur, maar 5 uur te doen zijn. Uit dat overleg is dat niet gebleken. Ik kan op dit moment niet zeggen of dit voorstel nog zal komen, in dit voorstel is dit idee, dat pas de vorige week bij ons is ingebracht, niet betrokken. Als die wens be staat moet men zich daarover tot het college van burgemeester en wet houders richten. Door de heren Lohmann en von Schmid is nog heel speciaal gesproken over dat late sluitingsuur. Allereerst zou ik willen ingaan op de opmerking van de heer von Schmid die vroeg of het bonnensysteem zal blijven bestaan. Ik. geloof dat het goed is het bonnensysteem te laten bestaan, zij het dat van het bonnensysteem door deze verlenging minder gebruik zal behoeven te worden gemaakt. Ik kan mij echter voorstellen dat dit bonnensysteem in een bepaalde situatie nog een nuttige werking zou kunnen hebben. Nu ik toch spreek over het bonnensysteem zou ik de heer Lohmann willen zeg gen dat. het sluitingstijdstip van 1 uur in het verleden min of meer regel matig werd overschreden juist door dat bonnensysteem. Ik zou daaraan willen toevoegen dat de verontrusting over dit verlate sluitingsuur wel dege lijk een rol heeft gespeeld. Daarover is met de politie gesproken. Gebleken is dat. met het bonnensysteem het probleem van de leefbaarheid en de nacht rust reeds bestond, zij het dat dit gehele vraagstuk duidelijk gezien moet worden in verband met de afgifte van een muziekvergunning. De muziek-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 564