569
16 JULI 1970
Ik wil uitgaan van de gedachte dat realisering van de randbebouwing
het doel is en moet blijven. Er zal dus een aanvaardbare oplossing ge
vonden moeten worden. Een nadeel is dat de opbrengst van het totaal
ruim 1 miljoen minder zal zijn dan in 1968 gedacht is. Het verschil
zou bij benadering berekend kunnen worden door tweeëneenhalf maal
het genoemde jaarbedrag van de rente van 367. 000, -- te nemen,
wat neerkomt op ruim 900. 000, De rest van het bedrag -- mijn
berekening is natuurlijk niet helemaal zuiver -- is te vinden in de grond
prijzen. Voorts blijft de vraag bestaan of er een alternatieve oplossing
geweest zou zijn. Als wij Zeebregts" zouden houden aan het oorspron
kelijke volledige contract zou dat teruginkoop van grond tengevolge
hebben. De gemeente zou dan zelf moeten proberen beleggers aan te
trekken om deze bebouwing te realiseren. Dat lijkt mij een moeilijke
zaak omdat wij er inderdaad van overtuigd kunnen zijn dat er op dit
moment en onder deze omstandigheden geen beleggers te vinden zul
len zijn.
Een andere oplossing zou zijn dit toch terug te kopen en bijv. in de
woningwetsector te gaan bouwen. Als wij echter bedenken dat er voor
lopig geen contingent beschikbaar zal zijn en er zeker geen extra con
tingenten zullen komen - - als wij wel contingent zouden hebben zou
dat betekenen dat wij dat ergens anders vandaan zouden halen, zodat
er niet meer woningen zouden ontstaan -- en er met het rijk geen
gunstige regeling getroffen is in verband met de grondprijzen voor de
womngwetbouw moeten wij mijns inziens concluderen dat het financieel
verlies meer zal gaan bedragen.
Gebaseerd op deze overwegingen, bedenkende dat realisering van deze
bebouwing hoofddoel is en noodzakelijk om het winkelcentrum tot zijn
volle ontplooiing te kunnen brengen, gaan wij akkoord met het voorstel.
Wij zijn bereid het nadelige verschil ten laste van de risicoreserve van de
grondpool te accepteren.
De heer MELZER: Dit is eigenlijk het tweede belangrijke object dat
onze neus in een maand tijd voorbijgaat. Een maand geleden hebben
wij van van Vliet en van Duist de mededeling gekregen dat een belangrijk
complex in IJpelaar niet gerealiseerd zou kunnen worden en nu heeft ons
de mededeling bereikt omtrent de moeilijkheden van Zeebregts n. v.
Wij vinden die randbebouwing een belangrijke zaak. Wij vinden het een
nare zaak dat er op korte termijn minder woningen zullen komen. Ik ge
loof bovendien dar de zaken die zich op dit moment gevestigd hebben
in het winkelcentrum Hoge Vucht bij hun vestigingsplannen wel dege
lijk een prognose betreffende omzet en rendement gemaakt zullen heb
ben en het is een jammerlijke zaak dat het aantal bewoners waarop deze
prognoses zeker gebaseerd zullen zijn er in de naaste toekomst niet dreigt
te komen wonen. Ik vind daarom dat wij ons ten aanzien van deze be
drijven in een bijzonder verantwoordelijke positie bevinden, daarop zou
ik de aandacht willen vestigen.
Ik ken de moeilijkheden waarmee Zeebregts te kampen heeft, zoals
de hoge rente en alles dat daarbij hooit. Als deze maatschappij geen kans
ziet om de randbebouwing te realiseren, is het dan, als er eventuele an
dere gegadigden zijn zoals een bouwvereniging met premiewoningen die