581
16 JULI 1970.
- en dan vind ik het woord "contractbreuk" ietwat overdreven - dat
een dergelijke stap wel degelijk een situatie tot gevolg moet hebben
die ook weer tot wijziging van het contract leidt, die natuurlijk ook
weer in overeenstemming met Zeebregts tot stand moet komen.
De heer SMIT: Zeebregts is daartoe helemaal niet verplicht. Wat
de heer Van der Werff bedoelt is dat wij geen "tijdelijke" overeenkomst
moeten sluiten met Zeebregts voordat anderen zich hebben kunnen
oriënteren.
De VOORZITTER: Dat heb ik dan helaas niet uit de woorden van
de heer Van der Werff begrepen, misschien wil hij dat bij zijn stem
verklaring dan nog even zeggen. Ik heb hem niet horen zeggen dat
wij deze zaak maar moeten aanhouden en dat wij op de markt moeten
kijken of er andere gegadigden zijn. De kans daarop acht het college
bijzonder gering.
De heer Von Schmid heeft gesproken over de "escape" in artikel
10 van de basisovereenkomst. Ik geef toe dat het nu door Zeebregts
aan de orde is gesteld. De heer Von Schmid heeft mij terecht herin
nerd aan mijn woorden dat de situatie noch voor Breda, noch voor Zee
bregts aantrekkelijk is. Ik heb daarmee bedoeld dat de zaak voor Bre
da niet gunstig is in verband met de realiseringskansen, anderzijds heb
ik hiermee willen zeggen - zij het misschien enigszins in bedekte ter
men - dat er geen enkel belang mee is gediend wanneer wij dermate
zware verplichtingen opleggen dat die in dit tijdsbestek niet realiseer
baar zijn dat Zeebregts daarvan "de dupe" wordt. Dat is nu ook niet
nodig. Zojuist krijg ik een aantekening voorgelegd dat de bouw door
een ander dan Zeebregts vanzelfsprekend geen hogere grondopbrengst
tot gevolg zal hebben, die zal dus tot eenzelfde uitkomst leiden.
De heer Van Cauiil heb ik op zijn opmerkingen over de rentebe
taling, zoals die staat op pagina 1 van de tijdelijke overeenkomst, ge
antwoord. Ik wil hem nog wijzen op de pagina's 3 en 4 van het voor
stel waar de volledige berekening staat. De rente tot 1 juli 1970 is
daar gesteld op het bekende bedrag van 183.000, --. Het is natuur
lijk duidelijk dat dit bedrag hoger kan worden wanneer de overeenkomst
blijft bestaan, verder vindt men daar de grondprijzen zoals die bij de
uitgifte in 1970 gelden.
Wethouder VAN BIJNEN: En in 1971 kunnen stijgenl
De VOORZITTER: Inderdaad, dan komt er natuurlijk weer een an
dere calculatie.
Er bestaan nog verschillen van mening met de heer Smit die zich
- naar mijn mening niet helemaal terecht - beroept op mededelingen
van ambtenaren. Het is nu dus mijn taak deze zaak te verdedigen. Hij
brengt de stijging van de rentepercentages in verband met het moment
waarop Zeebregts deze zaak aan de orde heeft gesteld. De heer Smit stelt
dat het toen nog niet zo verschrikkelijk was en dat er in feite geen enkele
reden was dat te doen. Inmiddels is gebleken dat de realisering van het
plan toch wel grote moeilijkheden met zich meebrengt. Ik geloof dat