587. 16 JULI 1970. herhalen, want mijn eerste vraag gaat over het ongeldig verklaren van sommige stemmen en de normen die daarvoor werden aangelegd. Deze normen verschilden hier in Breda van bureau tot bureau. Ik vraag mij af wat de geldige of ongeldige stemmen dan nog. voor waarde heb ben en wat de verkiezingen dan nog voor waarde hebben. In verband met de haast die ik hiermee heb zou ik graag een schriftelijk antwoord op deze vragen willen ontvangen. Mijn tweede vraag gaat over het duidelijk voorlezen van de uit gebrachte stemmen door de voorzitter van het stembureau. Na het voorlezen moet het stembiljet worden overgereikt aan de tweede per soon, dan wordt de uitgebrachte stem nogmaals voorgelezen. In ver schillende stembureaus is dat niet gebeurd. Een derde man sorteert daarna de biljetten op lijstnummer. Dat is in Breda eveneens niet ge beurd. Ik zou willen vragen of u een dergelijke handelwijze kunt goed keuren en of in de toekomst op deze wijze zal worden voortgegaan» Op deze vraag zou ik eveneens graag een schriftelijk antwoord krijgen» Over de verkiezingen zou ik u voorts willen vragen of u het juist vindt dat bij wijze van uitzondering in een bepaalde wijk de kiezers geen andere keus hebben dan hun stem uit te brengen in een minder goed bekend staand café. Zelfs dames die het anders niet zo nauw ne men - ik noem geen naam van de wijk -, wilden daar niet gaan stem men omdat dat café een bepaalde reputatie had. Daardoor zijn tien tallen stemmen niet uitgebracht; ik heb dit zelf gecontroleerd. Men moet niet klagen over de slechte opkomst bij de verkiezingen, want de dames wilden in dit geval pertinent niet door het dranklokaal gaan. Er was geen andere gelegenheid. Men moest langs het buffet gaan om in de daarachter gelegen zaal te komen om zijn stem te kunnen uit brengen. Ik heb tientallen pertinente beweringen van mensen die. had den willen gaan stemmen, maar dat niet hebben gedaan omdat zij daar niet in konden gaan. Zij hadden geen andere mogelijkheid. Ik zou willen vragen of u het gebruik van die ruimte in de toekomst wilt continueren. Ik wil voorts een vraag stellen over het viaduct aan de Doornbos laan. De weg onder het viaduct stond eergisteravond onder water. Er is zojuist gesproken over een zwembad, en ik heb mij afgevraagd of wij onder het viaduct moeten gaan zwemmen na een fikse regenbui of dat wij er doorheen kunnen rijden. Het was echter niet meer moge lijk daar te rijden en de weg werd terecht door de politie afgezet. Ik vraag mij af of werkelijk deskundigen niet kunnen restaureren wat des kundigen daar hebben verprutst. Ik wil ook nog even terugkomen op uw antwoord naar aanleiding van door raadsleden gestelde vragen. In het antwoord wordt volkomen voorbijgegaan aan de quintessens, de kern, van de eigenlijke vraag over de brand in de Tuinbouwschool. Met alle respect voor het werk dat de politiemensen daar hebben gedaan - er wordt hun veel lof toe gezwaaid en terecht, zij hebben al het mogelijke gedaan, ik heb hen niet aangevallen - heb ik gevraagd waarom men niet het terrein van de brand ruimer heeft afgezet. Op een gegeven moment bestond na melijk het gevaar dat een benzinestation in brand zou vliegen. Wan neer dat gebeurd was - ik weet niet of u bekend bent met benzine-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 587