609. 13 AUGUSTUS 1970. tot de totstandkomiag van de culturele raad als in onze contacten met de Westbrabantse Vereniging van beeldende kunstenaars wordt aan de positie van de kunstenaars grote aandacht besteed. Met de werkgroep ateliers van de Westbrabantse Vereniging voor kunste naars en vertegenwoordigers van St. Joost zijn de laatste maanden re gelmatig, besprekingen gehouden over .de wijze., waarop kan worden voorzien in de onmiskenbare behoefte aan ateliers, de toewijzing, de exploitatie etc. De gedachtenwisselingen hebben geleid tot een aantal voorlopige afspraken. Zodra deze nader zijn uitgewerkt zullen wij U hierover informeren. In onderling overleg kon worden bereikt dat de laatste maanden 16 per sonen met een atelier werden geholpen, terwijl ook voor een aantal huisvesting werd gevonden. VRAAG. De heer WOESTENBERG zegt: omdat mijn verzoek om een interpel latie te mogen houden is afgewezen, zal ik daaruit enkele vragen naar voren brengen. De andere zal ik voor later bewaren. Waarom werd er op maandag 1 juni en dinsdag 2 juni al om 2 uur in de middag met geluidswagens gereden voor bepaalde partijen? Voor alle partijen gold dezelfde tijd, maar er werd niet opgetreden door de poli tie. Men heeft het rustig toegelaten, zowel voor D'66 als voor de lijst Froger. Mijn vraag is of dit bewust is gedaan of dat men een oogje heeft dichtgeknepen. Het was wel degelijk verboden, want op de vergunning die wij hadden stond dat er alleen gedurende bepaalde uren in de avond mocht worden gereden. Er is mij door een ambtenares van het politie bureau uitdrukkelijk verzekerd dat er voor geen enkele partij een uit zondering werd gemaakt. Wanneer ik. echter naar de toestand kijk op die. dagen, dan zeg ik of het een of het ander; of er zijn wel uitzonde ringen gemaakt, of de politie heeft ze stilzwijgend hun gang laten gaan. Ik vraag mij af of dit niet het bevoordelen is van de ene partij boven de andere. ANTWOORD. Bij gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen is aan politieke partijen, voor zover deze daarom gevraagd hadden, vergunning ver leend om op bepaalde dagen in de periode van 22-m.ei.tot en met 2 juni 197.0 met geluidswagens in de stad te rijden voor het maken van verkiezingspropaganda. Die vergunningen zijn verleend onder bepa ling,. dat dagelijks van 18 tot 20 uur gereden mocht worden, doch op zaterdagen 23 en 30 mei van 11 tot 18 uur. Voor zover ons bekend is, heeft een tweetal politieke partijen in strijd met de verleende vergunning op maandag 1 en dinsdag 2 juni reeds in de middaguren geluidswagens in de stad laten rijden. Nadat de politie dit geconstateerd had. is onmiddellijk contact opgeno men met de besturen van de betrokken partijen., die ervoor gezorgd hebben, dat de geluidswagens uit de stad verdwenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 609