13 AUGUSTUS 1970.
616.
bonden van kermisbedrijfhouders heeft gevraagd, daar komt het althans
op neer, het aantal kermisdagen met één uit te breiden en wel met de
zaterdag. Nu staat in de tweede alinea dat het college van oordeel is
dat er aan die uitbreiding geen behoefte bestaat. Ik zou willen voor
stellen dat een conclusie te noemen en niet een redengeving. Daaruit
volgt logischerwijze dat ik graag de redengeving van de afwijzing zou
vernemen, waarom bestaat er aan die uitbreiding geen behoefte?
De heer VAN CAULIL: Ik wil er graag nog het volgende aan toe
voegen. De kermissen zijn ontstaan uit verschillende festiviteiten die
te maken hadden met de agrarische sector, zoals jaarmarkten, oogst
feesten, enz. Toen kende men geen vrije dagen en vakantie. Sinds
dien is er een heel andere manier van feestvieren gekomen, tegen
woordig heeft men ook vakantie. Vroeger leefde men het hele jaar
naar zo'n dag toe, terwijl de kermisdagen nu gewone werkdagen zijn.
Ik kan mij voorstellen dat de kermisexploitanten graag van de vrije
dagen willen profiteren, want ook de zaterdag is een vrije dag. Ik kan
dan ook best begrijpen dat zij vragen een vrije dag aan de kermisda
gen toe te voegen. Ik kan mij ook het antwoord van het college voor
stellen en bovendien is het kort dag, zodat het voor dit jaar toch niet
meer kan. Ik wil het college verzoeken de mogelijkheid open te hou
den en dit er bij een andere gelegenheid bij in te calculeren.
Wethouder BROEDERS: Ik heb horen zeggen dat het een zwak stuk
en een slecht antwoord is, dus ik zal mijn best doen. Ik wil mij bij
mijn antwoord losmaken van de tekst van het voorstel, laten wij er
niet over praten of de argumentatie al of niet geslaagd is en mij ertoe
beperken de zaak te bespreken zoals die voor ons ligt.
De heer Van Duijl neeft er al op gewezen dat het verzoek afkom
stig is van een van de organisaties van kermisexploitanten. Ik meen
er goed aan te doen daarbij te vermelden dat men, als men vindt dat
het niet goed behandeld is, ook de vraag als zodanig moet bekijken.
Dat was namelijk een gestencilde brief, die rondgestuurd is aan alle
gemeentebesturen van Nederland. Dat wijst er al op dat men deze
zaak ook van die kant, als ik het zo mag zeggen, een beetje gemak
kelijk heeft aangepakt. Mogelijk is het als reactie daarop dat ook het
college het een beetje gemakkelijk heeft bekeken. Dat neemt natuur
lijk niet weg dat ik vind dat wij de zaak serieus moeten behandelen,
maar ik wil daarbij wel vertellen wat er bij de Bredase kermis aan de
orde is.
Ik neem aan dat de sprekers in de wereld van de kermis en de ker-
misorganisaties thuis zijn, zoals wel blijkt uit hetgeen allemaal naar
voren is gebracht, en dat zij ook de publikaties die in de bladen ver
schijnen regelmatig lezen. Zij zullen dan hebben ontdekt dat de laat
ste jaren de Bredase kermis als voorbeeld wordt gesteld in heel Neder
land. Zij wordt beschouwd als het model waarbij in feite een beroep
wordt gedaan op de gemeentebesturen in den lande om het voorbeeld
van Breda te volgen. Waarom kan de kermis in Breda model staan voor
Nederland? Dat kan doordat de kermis in Breda niet alleen tijdens de
voorbereiding maar ook tijdens de duur met heel veel zorgen wordt