619. 13 AUGUSTUS 1970. voorziening altijd wel het geval zal zijn, maar ik verwacht dat deze mensen uiteindelijk tot de slotsom zullen moeten komen dat zij alleen staan. De nota bij dit preadvies is duidelijk en overzichtelijk en geeft precies aan wat er zal worden gedaan. Als niet reeds is begonnen met de uitvoering verwacht ik niet anders dan dat het energie- en water bedrijf met alle middelen die het ten dienste staan snel tot uitvoering van de werkzaamheden zal overgaan om die spoedig tot een goed ein de te brengen. De nieuwe tariefsverordening die het sluitstuk vormt van dit voorstel is zoals ik bekend mag veronderstellen meermalen door mij in deze raad ter sprake gebracht. Zij is ontdaan van een aan tal ondoorzichtigheden en daardoor eenvoudiger van opzet. In de nu voorgestelde verordening worden de extreem lage en extreem hoge pieken in de tarieven voorkomen, zodat deze naar ik verwacht tot het verleden zullen behoren. Hoewel de tijd zal moeten leren of de wijkverwarming in Breda de geplande levensduur zal halen - daarop kunnen u noch ik op dit moment echter een antwoord geven - kan ik zeggen dat onze fractie achter dit voorstel staat. Met het college ho pen wij dat degenen die op de centrale wijkverwarming zijn aange sloten zich in de komende jaren warmpjes in de handen zullen wrij ven. Wees ervan overtuigd dat ik in de toekomst de gang van zaken rond de wijkverwarming met warme belangstelling zal blijven volgen. Ik ben niet ingegaan op de vele details die het stuk bevat, omdat dit mij weinig zinvol voorkomt nu alle partijen die hierbij betrokken zijn het met het voorstel eens zijn. Het is nu de hoogste tijd om tot uitvoering over te gaan. Wel wil ik nog even ingaan op hetgeen on deraan pagina 3 van de nota staat. Als ik het lees zoals het er staat zal de wijkverwarming in Breda in de toekomst tot het verleden beho ren, althans in de huidige vorm. Deze uitspraak zou ik niet tot de mijne willen maken, omdat die voorbijgaat aan de snelle ontwikkeling die er op dit gebied aan de gang is. Het lijkt mij dan ook te vroeg op dit moment een dergelijke uitspraak te doen. Vervolgens wil ik nog even ingaan op een artikel dat ik vandaag in de krant heb gelezen en waarvan ik op het allerlaatste moment voor de vergadering nog kennis van heb kunnen nemen. Daarin staat dat de werkcommissie in IJpelaar toch nog van mening is dat zij niet geheel content kan zijn met de oplossing voor de problemen. Onder meer wordt gesproken over een aantal technische details waarvan zoals wij weten de uitslag op dit moment nog niet bekend is. Wij verwachten dat deze technische onderzoeken die nog aan de gang zijn niet zullen verhinderen dat nu reeds uitvoering wordt gegeven aan de overeenstem ming die is bereikt in de commissies over de werkzaamheden die moe ten worden verricht en waarvoor nu een krediet wordt gevraagd. Ik verwacht dat zowel de raad als de beide commissies daarover nog uit voerig zullen worden ingelicht. De heer WOESTENBERG: De vorige spreker zegt dat hij er vanaf 1967 al mee bekend is en dat hij een stapel stukken heeft van een halve meter hoog. In dit licht bezien bevreemdt het mij eens te meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 619