13 AUGUSTUS 1970.
620.
waarom de K. V. P. zolang gewacht heeft met alarm te slaan. Ten
tweede is het niet waar dat dat de reden is geweest dat men is over
gegaan tot het instellen van een onderzoek, dat is pas gebeurd nadat
ait geëist was in een samenkomst in een kerk. Daarna pas is een com
missie ingesteld die de zaak radicaal is gaan onderzoeken, waaruit
is voortgekomen dat men betere systemen is gaan toepassen.
Ik ben blij met dit voorstel waardoor de mensen uit de kou zul
len raken. Alleen ben ik bang dat, zoals ik bij geruchte heb verno
men, er daarna toch nog bepaalde wijken in de kou zullen zitten en
al is het maar één wijk, dan is het nog te veel. Mijn vraag is of dit
op waarheid berust en zo ja, of dit voorkomen kan worden. Men heeft
er echt geld genoeg voor over en er is ook geld genoeg.
De heer MELZER: Ik sluit mij gaarne aan bij de woorden van waar
dering die door de heer Van Duijl zijn gesproken. Ik meen dat de wijk-
verwarming gedurende de gehele zittingsduur van deze raad op bepaal
de momenten een min of meer heftige rol heeft gespeeld en in het
voorstel en de nota zie ik nog geen eindfase. Dat pretendeert de no
ta ook niet en ter voorkoming van misverstanden zou ik willen zeggen
dat men dit ook niet moet zien als een eindrapport. In het rapport
wordt namelijk duidelijk gesteld dat de proefneming met de bemete-
ring wordt voortgezet, dat het overleg over bepaalde nog aan te bren
gen technische voorzieningen nog gaande is en dat ook de kwestie van
de corrosie in de terreinleidingen nog in onderzoek is. Ik meen dat
onder deze omstandigheden dan ook moeilijk kan worden gesproken
van een eindrapport.
Wat mij heeft getroffen in het voorstel is de hoop die op de eerste
pagina wordt uitgesproken dat de raad, het college en het energie- en
waterbedrijf de centrale wijkverwarming in deze gemeente meer nog
dan in het verleden zullen ervaren als een goede voorziening. Ik zou
daar graag de aangeslotenen ook bij vermeld hebben gezien. Wanneer
u zegt "en niet als een bron van voortdurende bestuurlijke zorgen",
heeft dat vanzelfsprekend betrekking op raad, college en energie- en
waterbedrijf.
Wat de overige voorstellen betreft die deze nota vergezellen is
er één zaak die mij enigszins bezwaarlijk voorkomt, namelijk de kwes
tie van de leidingen onder de blokken. De gemeente levert warmte tot
aan de blokafsluiters en ik kan mij voorstellen dat dit minder proble
men oplevert wanneer die blokken eigendom zijn van één eigenaar,
zoals de gemeente, de woningbouwvereniging of de beleggers. Wan
neer men echter te maken heeft met blokken met tien of veertien ver
schillende eigenaren zou dit mijns inziens tot ernstige moeilijkheden
kunnen leiden. Ik verzoek het college dan ook daaraan nog eens ter
dege aandacht te besteden. Een ander verzoek aan het college is of
het over de nodige middelen beschikt om resoluut en snel te kunnen
optreden tegen diegenen die onbevoegd hun handen uitstrekken naar
de technische installaties.
De heer KROON: Ik zal kort zijn, omdat ik hetgeen ik over deze
zaak naar voren wil brengen niet evenredig wil laten zijn aan de