625.
13 AUGUSTUS 1970.
tijd hebben gesproken over de 62 premie woningen, t.w. de heer Ves-
ters, die als woordvoerder van die groep optrad en die ons een brief
geschreven heeft waarin hij verklaart dat hij het volledig eens is met
de technische aspecten van het rapport, maar dat hij het zou betreu
ren als het hiermee voorgoed zou zijn afgelopen. Wij zullen zeker ook
met de heer Vesters op deze zaak terugkomen. Overigens geloof ik dat
het in ons voornemen moet liggen met de 62 eigenaars gezamenlijk
contact op te nemen om de overeenkomst waarvan het principe in dit
rapport is vastgelegd te realiseren.
De heer Van Duijl heeft opgemerkt dat op bladzijde 3 van het
rapport staat dat het nu voor eens en altijd met de wijkverwarming is
afgelopen. Ik moet hem er echter op wijzen dat in de laatste regel van
die bladzijde het woordje "thans" staat. Dat is mijns inziens het geval,
namelijk dat er thans een einde is gekomen aan de uitbreiding van de
wijkverwarming in Breda. Dat wil echter niet zeggen dat wanneer er
weer grote bouwstromen komen - en ik hoop dat wij spoedig in de ge
legenheid zullen zijn die te realiseren - het niet verstandig zou zijn
wederom een vorm van wijkverwarming in overweging te nemen. Wij
kunnen daar nu niets over zeggen, omdat dit van verschillende facto
ren afhankelijk is. In de eerste plaats hangt dit af van de ontwikkeling
van de gas- en olieprijzen. Verder hangt dit af van de ontwikkeling van
de installatiekosten van een individuele verwarming. Het is een feit
dat de prijzen van de keteltjes voor een dergelijke individuele verwar
ming de laatste jaren aanmerkelijk zijn gedaald en wij weten niet wat
de toekomst op dit gebied zal brengen. Ik heb juist vandaag nog een
uitvoerig artikel over verwarming gelezen in het Financiële Dagblad
en als wij de schrijver van dit artikel mogen geloven zullen blokver-
warming, zoals wij die in flats vinden, en wijkverwarming in de toe
komst nauwelijks nog worden toegepast. Hij is namelijk van mening
dat men volledig zal overgaan tot individuele verwarming per woning.
Of deze schrijver gelijk heeft of dat anderen gelijk hebben weet ik
niet, maar wij hebben met onze opmerking in de nota bedoeld dat er
voor dit moment een einde is gekomen aan de uitbreiding van de wijk
verwarming in Breda.
De heer Woestenberg heeft gezegd dat de commissies niet zijn in
gesteld dan nadat dit in een vergadering in een kerk was geëist. Ik. ben
tot mijn spijt niet bij die vergadering geweest, maar hoe het ook zij,
ik ben erg blij dat die commissies er gekomen zijn en of die nu geëist
zijn of dat zij er op een andere manier zijn gekomen is daarbij mijns
inziens van minder belang. Het is duidelijk dat door de inspraak van de
betrokkenen iets goeds tot stand heeft kunnen komen. Wij zijn het met
elkaar eens geworden, ook al zijn er wel eens wat harde woorden ge
vallen, maar altijd in goede verstandhouding en met begrip voor el-
kaars argumenten.
De heer Melzer heeft een opmerking gemaakt over de blokafslui-
ters. Hij heeft daarover ook gesproken in de afdelingsvergadering waar
hij als voorzitter van de V. V.D. -fractie aanwezig was. Ik veronderstel
dat hij doelt op artikel 1 van bijlage I, de verordeming inzake de le-
vering van warmte door de gemeente Breda, waarin onder sub e. wordt
omschreven vrat dienstleidingen zijn. Daar staat: "Dienstleidingen zijn