63 12 FEBRUARI 1970 Na deze persoonlijke visie acht ik het nuttig nog even te herhalen dat ik als woordvoerder van het overgrote deel van de K. V. P.-fractie het college de verzekering kan geven dat wij de beslissing van het college om de vertoning van het stuk van De Sade niet toe te laten ondersteunen. Ik dank u. De heer VAN DER ZWAN: Deze onfrisse zaak heeft verschillende aspecten. Eén ervan is de door het college van burgemeester en wet houders gevolgde procedure; mijn fractiegenoot Spanjer zal daarover straks een aantal opmerkingen maken. Zelf wil ik aandacht schenken aan de schrijver, het stuk en het gezelschap D.A.T. Allereerst wil ik iets zeggen over de titel: "Het buitensporige sexuele genie van de Markies de Sade'. De Sade was geen genie, integendeel: hij was niet eens normaal. Als een krankzinnige is hij in een inrichting voor geesteszieken gestorven. Hij was ook geen groot schrijver. De heer WOESTENBERG: Schrijft u dan eens een boekl De heer VAN DER ZWAN: Volgens de Winkler Prins heeft zijn werk meer waarde voor de psychiater dan voor de litterator. De Sade was ook geen oor spronkelijk denker. Zijn denken was het zich afzetten tegen de heersende moraal op het gebied van godsdienst en sex. Wat hij heeft gedaan, was in wezen eenvoudig. Hij draaide de voortekens om, positief werd negatief, negatief werd positief; God werd satan, satan wera God, tucht werd ontucht, ontucht tucht, deugd werd ondeugd, ondeugd deugd, enz., enz. De Sade was een man die verteerd werd van haat tegen God en de mensen. Zijn naam leeft alleen maar voort omdat het woord "sadisme" ervan werd af geleid; sadisme is de drang om anderen leed te doen, omdat daardoor bepaalde lustgevoelens worden ondervonden Wat sadisme in de praktijk betekent, hebben wij tijdens de bezetting kunnen zien. Het sadisme is niet uitgeroeid met De Sade of met Hitier; het bestaat helaas nog steeds voort. Waarom moet dit stuk, dat geen literaire, culturele of historische waarde heeft, zo nodig in Breda opgevoerd worden? Volgens het Stadsblad van 22 januari om te provoceren, te kwetsen. In deze opzet is het Documen tair Actueel Theater volkomen geslaagd, het heeft gevoelens van protest opgeroepen, ook bij mij persoonlijk. Volgens gegevens van de Sociografische Dienst staat 84% van de bevolking van Breda ingeschreven als rooms-katholiek, 11% als protestant; 95% van de Bredase bevolking belijdt dus de christelijke godsdienst. In het toneelstuk wordt op walgelijke wijze omgesprongen met het kruis en het Heilig Avondmaal; bespaar mij de details. Voor de over grote meerderheid van de bevolking is dit stuk in hoge mate kwetsend, niet omdat het atheïstisch is, maar om het beledigende karakter. Slechts weinig zaken zijn ons, mensen van deze tijd, heilig. Tot die weinige zaken reken ik, en ik neem aan zeer velen met mij, het kruis en het Heilig Avondmaal; daar moet men van afblijven. In bepaalde kringen, onder andere op Bouvigne, wordt het nu voor gesteld alsof de meerderheid haar wil oplegt aan de minderheid. Als de moslims of de hindoes, de C.P.N. of de Boerenpartij in Breda zouden willen congresseren, en het college zou dit op wat voor gronden dan ook, tenzij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 63