13 AUGUSTUS 1970. 638. proberen, want dan zijn wij allemaal weg. In ieder geval heb ik mij wel afgevraagd waarom men er dan nu pas mee komt als het dan zo gevaarlijk is, dus waarom men pas achteraf de vergunning verleent. Verder zie ik bepaalde woordspelingen, want ik lees in het stuk dat, wanneer men het bedrijf tegemoet zou willen komen, dit financiële eisen op tafel zou kunnen leggen. Ik vind dat een beetje merkwaar dig, want je kunt wel iets eisen maar daarmee heb je het nog niet al tijd ook gekregen, al eis je een hele raad weg. In ieder geval is de thans in behandeling zijnde aanvrage om een hinderwetvergunning voor deze vijftig omwonenden wel degelijk reëel. Wat ik eigenlijk zo beangstigend vind - en daarover heb ik geen der andere sprekers iets horen zeggen - is dat er niet met grote ernst op wordt ingegaan dat de mogelijkheid van een grote explosie bestaat. Heel lakoniek stelt men dat als het dak eraf vliegt en er komt frisse lucht bij, dan dooft de vlam vanzelf, maar hoever en waarheen vliegt dat dak en vliegt.het in zijn geheel weg of in stukken en brokken? Ik maak hieruit op dat het dus blijkbaar niet ontploft in de frisse lucht. Ik zou willen voorstellen het bedrijf dan maar te verplaatsen naar de gemeenteraads zaal, dan ontploft het zeker niet. Wat men eist krijgt men niet altijd, maar hier wordt de eis toch al verkapt op tafel gelegd. Ik wil de mensen die daar in de buurt wo nen alle veiligheid toewensen. Ik zou hun volledige veiligheid gewaar borgd willen zien, waaraan ik de vraag wil vastkoppelen of eraan wordt gewerkt, niet door militairen, maar door echte deskundigen. Ik wil hiermee niet zeggen dat die militairen niet deskundig zouden zijn, maar de gemeente heeft zelf toch ook mensen, waarom moeten dat militairen zijn? Ik zie dat niet. Ik wil het ook nog even hebben over de stankhinder. Men stelt dat niet kon worden vastgesteld dat die absoluut van dat bedrijf afkom stig was, maar waar kwam die stank dan wel vandaan? Heeft men ge probeerd dat te achterhalen? Als ik mij goed herinner zit er in die buurt namelijk niet zoveel industrie. Dit zijn zo maar enkele losse vragen en opmerkingen die bij mij opkomen. Ik houd geen lange verhalen, want ik ben geen schoolmeester en geen historicus. De hele zaak komt mij echter een beetje vreemd voor. Ik wens die mensen van harte toe dat zij spoedig de veiligheid krijgen die zij willen, al of niet met een hinderwetvergunning. Wanneer vijftig mensen serieus op papier zetten dat zij gevaar lopen door dat dak dat, al of niet in onderdelen, in de lucht kan vliegen, dan vind ik het noodzakelijk dat daaraan de nodi ge aandacht wordt besteed en als zoveel mensen van zoveel verschil lende fracties dat nodig vinden, laten wij er dan over stemmen. De VOORZITTER: Ik stel vast dat wij aan het einde zijn van de eerste ronde en stel u voor dat wij nu gaan pauzeren. De vergadering is geschorst. Hierna wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 638