13 AUGUSTUS 1970. 648. woord van waardering richten tot de wethouder, die ernaar heeft ge streefd dat dit gerealiseerd kon worden en die alle besprekingen op de meest prettige en doeltreffende wijze heeft geleid. De heer SP ANJER: Ik wil graag nog iets toevoegen aan het betoog van de heer Van Banning, omdat hij met nadruk onze fractie niet heeft genoemd. De reden daarvan is dat de heer Mendes al enige weken ziek is. Ik heb echter begrepen dat de heer Mendes dezelfde gevoelens heeft als de overige leden van de afdeling voor financiën. De VOORZITTER: Ik zou willen volstaan met te zeggen dat wij bijzonder gaarne de vriendelijke woorden van beide sprekers aanvaar den. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 22. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TEN PRINCIPALE VERLENEN VAN SUBSIDIE IN DE RESTAURATIE VAN EEN VIERTAL OP DE DEFINITIEVE MONUMENTENLIJST GEPLAAT STE PANDEN. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 23. MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BE TREKKING TOT DE INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. De heer KROON: Ik ben blij met deze mededeling, omdat daaruit blijkt dat het overleg met de randgemeenten weer behoorlijk op gang is gekomen. Niet alleen met de enge randgemeenten, maar ook de gemeenten die erbij zijn gekomen, zoals de Zeklusa-gemeenten en de Don gemond-gemeenten. Ik heb de bij deze mededeling behoren de stukken gelezen, waaronder de notulen van de vergadering die op 10 juni heeft plaatsgevonden. Daaruit is mij gebleken dat de sfeer in die vergadering bijzonder goed is geweest. De volgende vergadering zal plaatsvinden op 19 augustus, zoals blijkt uit de agenda voor die vergadering die ook bij de stukken lag. Het verheugt mij dat deze zaak nu op gang gekomen is. Ik heb begrepen dat men eerst wil trachten op vrijwillige basis te komen tot het beslag leggen op de geesten, zoals ik ergens heb gelezen, terwil- le van een goede voorbereiding en dat men daarna wil komen tot in stitutionalisering van het overleg. Ik vind dat een juiste gang van za ken. Het is mij opgevallen in de notulen en in de agenda voor de vol gende vergadering dat de kwestie van de openbaarheid van de verga deringen ter sprake is gekomen en dat die ook in de komende vergade ring wederom aan de orde zal worden gesteld. .Mogelijk kan ik u, mijnheer de voorzitter, als voorzitter van het overleg in de regio Breda in dit verband een suggestie doen. Ergens wordt gesteld dat het op het ogenblik alleen nog maar een beraad is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 648