13 AUGUSTUS 1970 650. later kunnen blijken dat de samenhang en de gemeenschappelijke be langen niet van dien aard zijn dat men van een eenheid kan spreken en dan zou het allemaal veel erger zijn. Bij deze korte beschouwing wil ik het laten. Ik ben blij dat de zaak weer op gang komt en ik hoop dat er in de toekomst bijzonder vruchtbare besprekingen zullen kunnen worden gevoerd. De heer MELZER: Bij een eerder agendapunt hebt u, mijnheer de voorzitter, gewezen op de moeizame gang van zaken in het overleg orgaan de voormalige W.E. B. U sprak daarbij over een "broze schaal", ik zou dan ook bijna zeggen dat het wat lijkt op een windei. Het doet mij daarom genoegen dat het overleg dat nu, zij het moeizaam, tot stand is gekomen inmiddels heeft geleid tot een bespreking die spoe dig zal worden gevolgd door een volgende. Ik kan dit toejuichen. De heer Kroon heeft gepleit voor openbaarheid en hij heeft daar bij voorgesteld de raadsleden als toehoorder tot de vergaderingen toe te laten. Ook ik wil met nadruk op die openbaarheid wijzen, omdat ik meen dat het goed zou zijn wanneer de noodzakelijke samenwer king, waaraan gelukkig ook in de pers vaak positief aandacht wordt be steed, meer in de belangstelling komt en dat men in de regio het be lang van die samenwerking begint in te zien. In dit verband vind ik het bijzonder jammer dat Etten-Leur en Oosterhout het weer laten af weten. Hun argumentatie vind ik een beetje goedkoop en ik vraag mij af of de besturen van die gemeenten voldoende inzicht hebben in de belangen van hun eigen inwoners. Mijnheer de voorzitter, ik wens u gaarne bij de volgende bijeen komsten positieve successen toe. De heer VON SCHMID: Het is uiteraard een verheugend feit dat er weer overleg is tussen Breda en de gemeenten in de buurt. Aan de andere kant meen ik dat wij wel voor ogen moeten houden dat er hier als het ware sprake is van drie cirkels. Aan de ene kant hebben wij Breda en wat wel genoemd wordt de P.T.T.-gemeenten, die om de bekende redenen een emotionele band hebben met Breda. De tweede cirkel wordt gevormd door Breda en de omliggende gemeenten, inclu sief - in principe tenminste - Oosterhout en Etten-Leur, terwijl men als derde cirkel zou kunnen noemen heel West-Brabant. Alleen al uit praktische overwegingen van wat haalbaar is geloof ik dat wij ons voor namelijk bezig zullen moeten houden met de eerste cirkel van Breda en de P.T. T.-gemeenten en pas daarna met het grotere gebied van Breda en omliggende gemeenten, inclusief Oosterhout en Etten-Leur en de Zeklusagemeenten, enz. Wat betreft de cirkel Breda-P.T.T. -gemeenten ben ook ik bij zonder blij met het overleg dat tussen een aantal raadsleden van die gemeenten tot stand is gekomen. Er is eerst contact geweest tussen Breda en Terheyden en nu ook met Prinsenbeek en Teteringen. Ik moet er daarbij op wijzen dat als gesproken wordt over "nieuwe' raadsle den, daarmee bedoeld worden nieuwe en opnieuw gekozen raadsle den, dus de nieuwe raad. Daar was in die vergadering ook enige ver warring over. Het gaat dus niet alleen om nieuwe raadsleden die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 650