13 AUGUSTUS 1970.
660
sportpaleis neerzetten, ik vind het prachtig dat wij dat kunnen doen
als wij zo rijk zijn, maar als men het mooie woord "prioriteit" wil
uitspreken is het naar mijn mening toch de plicht van de hoger ontwik
kelden, de leidinggevenden en de verantwoordelijke figuren om eerst
datgene te doen wat bittere noodzaak is en in dat verband ben ik niét
blij met dit voorstel. Ik wil er nien direct tegen stemmen, maar eerst
afwachten wat anderen erover zeggen. Als wij in Breda voor grote te
korten staan en als wij links en rechts nog miljoenen moeten uitgeven
waaraan niet valt te ontkomen, zoals bij het geval Zeebregts is ge
steld
De VOORZITTER: Wilt u dat er buiten laten, mijnheer Woesten-
berg? Die beslissing is genomen en daar moet u niet op terugkomen.
De heer WOESTENBERG: Goed, maar dat miljoen kunt u in ieder
geval niet meer uitgeven.
Men wil hier f 2,2 miljoen uitgeven. Er is hier al meermalen
gesproken over een wielerstadion en daar wordt dan alleen maar een
lachertje van gemaakt. Ik vraag mij af waarom het een lachertje moet
zijn, terwijl men aan de andere kant een ijshal wil bouwen, wat ik
dan op zichzelf weer een ijselijk voorstel vind. Men kan het nog zo
mooi voorstellen dat men er straks ook nog kan vergaderen - ik zie
de raadsleden al schaatsende vergaderenl -, men kan misschien be
paalde merken gaan verkopen - schaatsen merk Kramer -, men kan er
op allerlei manier geld bij gaan verdienen en het zoals dat heet self
supporting maken, maar ik zie het niet, ook niet door een gesubsidi
eerde ijshockeyclub. Misschien kan men er een trekkertje van maken,
maar dat kan men vooraf niet bewijzen. Ik geloof eerder dat er na
verloop van een of twee jaar vreselijk veel geld bij zal moeten en in
dat verband ben ik tegen dit voorstel. Ik vind het hoognodig dat eerst
de krotten worden opgeruimd in onze stad Breda, onze mooie stad die
door betere bouw nog mooier kan worden. Het is veel harder nodig
dat er betaalbare woningen worden gebouwd. Daarvoor zou men dit
moeten nalaten, maar als men wat wil hebben zal men iets moeten
offeren.
De heer BROOIMANS: De K. V.P. -fractie is wel ingenomen met
het voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de bouw
van een overdekte kunstijsbaan aan de Claudius Prinsenlaan. Wij zijn
namelijk van mening dat deze baan in een ware behoefte zal voorzien.
Wij hopen dat er niet te veel financiële belemmeringen in de weg zul
len staan, zodat spoedig met de bouw van deze kunstijsbaan zal kun
nen worden begonnen. Wij nemen evenwel aan dat aan het zwembad
in Breda-Noord een hogere prioriteit zal worden gegeven. Nogmaals,
wij gaan gaarne met het voorstel akkoord.
De heer VON SCHMID: Bij zaken als deze krijgt men altijd een
afwegen van verantwoorde uitgaven en dan worden er vaak dingen bij
gehaald die naar mijn mening de zaak niet helemaal recht doen. Na
tuurlijk moeten er allerlei dingen worden gedaan in de stad, daar kunnen