13 AUGUSTUS 1970. 666 dat niet aan het college verwijten, want het college heeft zijn uiter ste best gedaan om de wielerbaan van de grond te krijgen. De neer Brooimans prijst het college ook en verklaart gelukkig te zijn met dit voorstel. Hij ziet het wat donker in of de financiering er zal komen. Ik kom daar straks in het algemeen nog op terug, want dat is een punt dat door iedereen naar voren is gebracht, zelfs door de heer Kramer. Wat de heer Von Schmid betreft meen ik dat ik gebruik heb ge maakt van zijn opmerkingen en dat ik hem zodoende al heb beant woord. Ik stem volledig in met hetgeen hij heeft gezegd. De heer Spanjer steunt mijn opvatting dat er iets moet gebeuren in de sport sector. Ook hij is van mening dat er nog een heleboel andere dingen moeten gebeuren, maar dat men niet het een kan ophangen aan het ander. Verder trekt ook de heer Spanjer de rentabiliteit in twijfel. Dan kom ik nu aan het probleem van de financiering. Het is dui delijk dat, zoals men in de krant heeft kunnen lezen, de hogere in stanties niet van plan zijn de burgerzinlening van 3 miljoen voor het zwembad in Breda-Noord toe te staan. Een van de belangrijkste overwegingen daarbij is dat dit niet het totale bedrag is, dat 7,5 miljoen bedraagt, en dat het geen bank in Breda is. Ik roep iedereen op een bank in Breda te vinden die hieraan mee wil doen, dan wordt het een echte burgerzinlening. Ik heb zo'n bank nog niet kunnen vinden. Dat wil niet zeggen dat wij aan het chapiter van een overdekt zwembad in Breda-Noord niet verder zouden werken. Wij hebben aanstaande maan dag opnieuw een vergadering met het bouwteam om verder hierover te praten. Of het mogelijk is vandaag of over een maand te beginnen weet ik niet, maar ik wil wel zeggen dat wij de moed niet opgeven en dat wij blijven zoeken naar mogelijkheden. Daarmee spreek ik mijns inziens ook duidelijk uit dat het college de prioriteit van het zwembad in noord op de eerste plaats stelt. Pas daarna komen andere zaken, zoals eventueel de overdekte kunstijsbaan. Zoals iedereen weet zijn er ook in andere sectoren financieringsmiddelen nodig. De heer Van der Werff heeft daarop gedoeld en ik geef dat ook volmondig toe, dat is duidelijk. Het overdekte zwembad behoudt voor ons dus de hoog ste prioriteit, maar dat wil niet zeggen dat wij daarom niet nu al voor de sluis moeten gaan liggen met allerlei andere projecten die wij no dig achten. Wanneer de raad zegt dat het niet nodig is moet het niet gebeuren, maar als de raad zich uitspreekt voor een overdekte kunst ijsbaan dan moeten wij onmiddellijk voor de sluis gaan liggen om ge schut te worden en in de sluis te komen waar tenslotte de financierings middelen worden verdeeld. Ik meen dat het verstandig is ervoor te zor gen, al weet men dat het vandaag niet kan en misschien in 1971 nog niet kan, dat er een besluit wordt genomen om te zijner tijd over de nodige financieringsmiddelen te kunnen beschikken wanneer die er zijn. De heer SPANJER: Ik kan bijzonder kort zijn. Om te beginnen wil ik wethouder Van Bijnen complimenteren met zijn vurige betoog. Ik heb hem al eens meer meegemaakt als hij de zaken van de sport ver dedigde - daar staat hij tenslotte voor -, dan gaat hij echt niet gauw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 666