28 AUGUSTUS 1970 690 verschil is weliswaar niet groot, maar het is een verschil in gunstige zin, want het tekort valt iets lager uit dan het volgens de begroting had mogen zijn en dat is toch ook wel een hoopvolle aanduiding dat er goed op deze exploitatie wordt toegezien. Ik wil dan ook graag zeg gen dat ik er van overtuigd ben dat de directie al het mogelijke doet om de exploitatie zo goed mogelijk te voeren. Wij beschikken op dat punt over zeer toegewijde mensen en wat dat betreft vrees ik dan ook niet voor de toekomst. Ik ben het wel eens met degenen die vragen of, nu het eerste exploitatie jaar er vrijwel uitkomt, de prognoses die in 1967 zijn opgesteld niet eens zouden moeten worden herzien, opdat die kun nen worden aangepast aan een wat reëler toestand. Ik geloof dat dat zeker moet gebeuren, zij het in zoverre dat men zich wat de trend betreft zou kunnen richten naar datgene wat in 1967 is gezegd in de exploitatie begroting met betrekking tot de bezettingsgraad en de daaruit voortvloeiende dalende lijn wat de inkomsten betreft. Als men nu een nieuwe begroting zou opstellen zou men wel iets meer weten van de reële lasten en iets minder van de te verwachten inkomsten, maar dan blijft het wat de be zettingsgraad betreft in de komende jaren toch altijd nog een beetje in de lucht hangen. Dat het zou moeten gebeuren ben ik echter met de heer Brooimans eens en ik heb ook echt wel het idee dat het zover zal komen. Dan heeft de heer Brooimans nog een vraag gesteld waarover ik niet al te veel wil zeggen, namelijk of er niet een directe relatie bestaat tussen het gebrek aan hotelbedden en de moeilijkheden met het aan trekken van meerdaagse congressen in Breda. Daar bestaan geheide op vattingen over. Het is mij ook bekend dat er in horeca-kringen anders wordt gedacht over die behoefte aan hotelcapaciteit dan in V. V.V. - kringen. Ik geloof echter wel dat een hotel met een groot aantal bedden voor een congresgebouw betekenis kan hebben en niet alleen daarvoor maar ook voor andere rondreizen van grote gezelschappen. Verschillende leden hebben de mening uitgesproken dat er op dit gebied nog niets zou gebeuren, maar dat is toch wel het geval en wij hopen dat de plannen die er zijn ook inderdaad zullen worden uitgevoerd en dat zou dan inder daad een - -ik mag het woord wel niet gebruiken van de heer van der Werff, maar ik weet geen beter -- hotel garni kunnen zijn met een ca paciteit van om en nabij 200 bedden, dat zou kunnen komen in het te saneren gebied tussen de Leuvenaarstraat en de Middellaan. Het zal nog wel even duren, maar er zijn in ieder geval wel plannen en het is niet uitgesloten dat dit binnen afzienbare tijd aan de orde zal komen. De heer Brooimans heeft ook nog een opmerking gemaakt over de keuken, die niet aangepast zou zijn aan grote gezelschappen. Ik moet zeggen dat de keuken een bijzonder zorgenkind is, niet alleen van de raad van commissarissen maar ook van de directie van het Turfschip. Ik geloof dat er maatregelen zijn genomen die tot een nuttiger gebruik van deze keuken kunnen leiden dan tot dusverre het geval was. Men moet daarbij ook in ogenschouw nemen dat de directie pas van start is. Het is ook voor die mensen een volkomen nieuw gegeven. Nogmaals, zij zijn enorm toegewijd, maar zij zullen ook ervaring moeten opdoen en al doende zal men dan ook wel leren dat er meer mogelijkheden in be paalde zaken zitten dan men er aanvankelijk heeft uitgehaald.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 690