28 AUGUSTUS 1970 698 garant te stellen voor de rente en aflossing van gesloten leningen. Het zou een vreemde zaak zijn als het onderpand dat de gemeente voor die garantie krijgt ook al bij derden als onderpand zou fungeren, want dan zou de gemeente de vernieling ingaan. Vandaar dat er geen hypotheek is. De financieringsmoeilijkheden zijn in de eerste plaats een gevolg van de overschrijding van de bouwkosten met ruim 1 miljoen. Dat bedrag is nog niet gegarandeerd en moet nu dus gegarandeerd worden. De tweede oorzaak van die financieringsmoeilijkheden is dat er geen winst wordt gemaakt, dus het financieren van een verlies en de derde oorzaak is het verschil tussen de aflossingstermijn en de termijn van de afschrij vingen. De heer Spanjer heeft eigenlijk niets meer gevraagd. Ik heb begrepen dat hij tevreden was. De heer van Werkhooven heeft mij niet helemaal goed begrepen, evenals de heer Brooimans. Ik heb niet gezegd dat de raad over niets anders zou mogen spreken dan over wat er in het stuk staat, het is natuurlijk aan de raad of hij dat wel of niet wil doen. Ik heb alleen gezegd dat het voor de discussie wel nuttig is als men zich beperkt tot hetgeen vandaag besloten wordt, waarvan dan uitgezonderd is de exploitatie van het Turfschip over 1970, omdat die exploitatie als zodanig niet aan de orde is. Dat heeft de heer van Werkhooven ook niet gedaan en wat dat betreft geloof ik dus dat wij elkaar wel goed hebben verstaan. De heer van Werkhooven heeft ook nog een opmerking gemaakt over de inrichtingskosten, die ik in tweede instantie ook nog bij anderen ben tegengekomen. Zoals ik al heb gezegd betreuren wij het ook en ook als raad van commissarissen zijn wij daar min of meer door verrast, waarop wij hebben gereageerd met de vraag nu maar eens te laten zien wat er voor dat geld is aangeschaft. Naar ons oordeel is hetgeen gekocht is nodig om het gebouw te kunnen exploiteren, maar ik ben het volkomen eens met degenen die zeggen dat dit niet de normale gang van zaken is, zoals ook de raad van commissarissen van zijn kant duidelijk heeft doen blijken. Vervolgens heeft hij nog iets gezegd over het gebruiken van de ten toonstellingszaal voor andere evenementen. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat wij dat zeker zullen doen, waaraan ik heb toegevoegd dat er binnenkort waarschijnlijk weer iets dergelijks zal gebeuren. Op hetgeen de heer van Werkhooven heeft gezegd over de winstdeling meen ik al voldoende te zijn ingegaan. Obk de heer Brooimans heeft gezegd dat alleen de stichtingskosten aan de orde zijn, niet de begroting voor 1970. Aan de orde zijn de be groting 1967 en de stichtingskosten, alsmede de meerkosten die uit die stichtingskosten voortvloeien en waarvoor de garantie moet worden ver hoogd. Dat wij de exploitatie op de voet moeten volgen wil ik graag toezeggen. Wij doen dat in feite al als raad van commissarissen. Uit dien hoofde zal de raad van commissarissen ook in staat zijn om aan het college en via het college aan de gemeenteraad meer tussentijdse infor matie te verschaffen dan tot dusverre mogelijk is geweest en ik geloof dat het alleen maar zinvol is als dat ook gebeurt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 698