716
17 SEPTEMBER 1970
Over de realisering van bedoeld plan worden wij periodiek op de hoogte
gehouden, zodat wij het niet nodig vinden een onderzoek in te stellen
naar de werkwijze van het gemeentelijk, woningbedrijf.
In dit verband menen wij te mogen opmerken, dat van de 101 door het
KIMW gesignaleerde noodsituaties er 97 geregistreerd waren bij het ge
meentelijk woningbedrijf. De 4 niet bekende gevallen hebben zich niet
voor hulp tot de gemeente gewend. Dat deze noodsituaties nog niet zijn
opgelost is een gevolg van het gebrek aan vervangende woonruimte. De
oplossing van deze noodgevallen kan alleen maar worden bespoedigd,
als het aantal beschikbaar komende vervangende woningen wordt uit
gebreid. Hierop is het streven van ons college gericht o.a. door het be
schikbaarstellen van premies aan hen, die bereid zijn hun goedkope
woning te ontruimen en een qua huurprijs beter bij hun inkomen passende
duurdere woning te betrekken.
VRAAG.
De heer SMIT merkt op: in de notulen van de raadsvergadering van
14 mei 1970 valt op pagina 366 over het zwembad Breda-Noord te lezen:
"Wij hebben de mogelijkheid een burgerzinlening te sluiten. Dat is eerder
niet aan de orde geweest, want deze suggestie is bij ons bezoek aan gede
puteerde staten gelanceerd. Nu moeten wij echter nog de mogelijkheid
vinden om deze burgerzinlening te entameren en die mogelijkheid heb
ben wij pas gisteren gevonden". Dat was dus op 13 mei. "De rente van
een burgerzinlening mag namelijk ongeveer 1/4 "jo lager zijn dan nor
maal, daarom heet het een burgerzinlening. Dan moet men echter
iemand vinden die die 1/4 0wil overbruggen en die hebben wij nu ge
vonden".
Ik wil nu vragen bij wie of waar deze burgerzinlening is geplaatst, door
bemiddeling van welke bank dat is gebeurd, wanneer een aanvang kan
worden gemaakt met de bouw van het zwembad en of middelerwijl, omdat
de bouw van het zwembad is vertraagd, een schadeclaim van de aannemer
is te verwachten. Wanneer dat het geval is zou ik graag willen weten in
welke orde van grootte die claim ligt.
ANTWOORD.
De ministers van binnenlandse zaken en van financiën hebben de gemeente
geen toestemming verleend tot het aangaan van een reeds "gecontrac
teerde" burgerzinlening. De gemeente heeft zich evenwel verbonden
indien de wettelijk vereiste toestemming voor het aangaan van de bur
gerzinlening niet verleend zou worden de naam van de geldgever ge
heim te houden. Zodra de financiering verzekerd is kan een aanvang
worden gemaakt met de bouw van het bad.
Het noodzakelijk moeten uitstellen van de aanvangsdatum van de bouw
van het overdekte zwembad resulteert niet in een schadeclaim van de
aannemer. Uiteraard dienen wel de aannemer en architect de uit de aan
hen verstrekte opdracht voortvloeiende kosten te worden betaald, waarvoor
een goedgekeurd voorbereidingskrediet beschikbaar is.