736 15 OKTOBER 1970 De VOORZITTER: Wij zullen deze data controleren; als zij juist blijken te zijn zullen deze wijzigingen worden aangebracht. De heer WOESTENBERG: In de notulen van 13 augustus wordt op pagina 601 melding gemaakt van het feit dat ik gevraagd heb of het accountantsrapport en het jaarverslag 1969 van de Stichting Verenig de Openbare Bibliotheken te Breda zijn uitgebracht door dezelfde heer Hoekstra die in deze zittingsperiode zitting had als raadslid voor de Boerenpartij, maar zich zo nodig moest distantiëren. U hebt daarop gezegd dat die vraag op dat moment niet door het college beantwoord kon worden. Ik heb een vraag gesteld naar de bekende weg, terwijl u dat feitelijk ontkende. Nu zou ik graag een officieel, schriftelijk antwoord op die vraag willen hebben. De VOORZITTER: Uw opmerking zal in de notulen van deze ver gadering worden opgenomen; ik weet niet wat ik op dit moment nog aan mijn antwoord zou moeten wijzigen. De heer WOESTENBERG: Over de notulen van 13 augustus wil ik nog een tweede opmerking maken betreffende de beantwoording van de vraag over die geluidswagens. Door sommige partijen wordt nog steeds ontkend, terwijl u het toch hebt toegegeven, dat in de middag uren geluidswagens door de stad hebben gereden De VOORZITTER: Heeft dit iets te maken met de notulen, mijn heer Woestenberg Staan er fouten in de notulen De heer WOESTENBERG: Neen, niet bepaald De VOORZITTER: Daar gaat het nu om. Als u andere opmerkin gen wilt maken, zou ik graag hebben dat u dat straks deed. De heer WOESTENBERG: Op 13 augustus heb ik ook nog een op merking gemaakt over de normen die in verschillende stembureaus werden aangelegd voor het ongeldig verklaren van sommige stemmen. Ik heb wel degelijk het stembureau aan de Elandstraat met name ge noemd, maar dat is in de notulen niet vermeld. In uw antwoord zegt u: "Alvorens de derde vraag te kunnen beantwoorden, verzoeken wij U te willen mededelen, welk stembureau door U wordt bedoeld.Ik heb echter het stembureau aan de Elandstraat genoemd, alsmede een ander stembureau. De VOORZITTER: Als u dat gezegd hebt, kunnen de notulen in die zin worden gewijzigd. De heer KROON: Mijnheer de voorzitter. Ik heb geen aanmer kingen op wat er in de notulen staat, maar op hetgeen er niét in staat. In mijn exemplaar van de notulen mis ik bladzijde 557. Het is blijkbaar een misdruk, maar ik zou graag een ander exemplaar willen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 736