15 OKTOBER 1970.
742
VRAAG
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN vraagt: kan de raad
worden ingelicht over de vorderingen van de culturele afdeling bij de
samenstelling van de culturele raad? Ook als de samenstelling nog niet
geheel afgerond is, is dan een tussentijdse informatie mogelijk?
ANTWOORD
De voorzitter van de commissie heeft ons laten weten dat de commissie
op korte termijn zijn bevindingen, neergelegd in een eindrapport, zal
overleggen. Daarom lijkt ons een tussentijdse informatie niet nodig.
VRAAG
De heer VAN BANNING vraagt of het juist is dat op drukke dagen
in het bad Wolfslaar, zoals zondag 21 juni, regelmatig ordeverstorin
gen plaatsvinden door onhebbelijk optreden van jeugdige bezoekers?
Indien dit juist is, acht het hoofd van de politie het dan niet noodza
kelijk het zwembad in het routeschema van de politie op te nemen?
ANTWOORD
Gedurende de openingstijden van het zwembad Wolfslaar, in het bij
zonder op drukke dagen, wordt er door de politie regelmatig toezicht
gehouden op de terreinen grenzende aan het zwembad en de directe
omgeving.
Dit toezicht wordt uitgeoefend door de wijkagent en de bemanning
van de surveillancewagens.
De zorg voor de ordelijke gang van zaken binnen het zwembad is - in
eerste aanleg - onder de verantwoordelijkheid van de directie van het
zwembad. De politie zal wanneer het toezichthoudend personeel moei
lijkheden niet kan voorkomen uiteraard ook binnen het zwembad optre
den. Tot nu toe hebben zich geen ordeverstoringen voorgedaan waar
bij politie-optreden noodzakelijk was.
VRAAG
De heer SMIT merkt op: in de op 16 juli gehouden raadsvergade
ring heb ik bij de rondvraag enkele vragen gesteld over het zwembad
in Breda-Noord, o. a. wat de financiering betreft. Bij de stukken voor
de vergadering van vanavond zijn weliswaar enkele antwoorden op des
tijds gestelde vragen gevoegd, maar het antwoord op de door mij ge
stelde vragen is daar nog niet bij. Ik wil mij daar niet over beklagen
omdat de termijn waarbinnen die vragen beantwoord moeten worden
nog niet is verstreken.
Waarmee ik echter wel enige moeite heb is dat ik op 31 juli van dit
jaar, dus ongeveer veertien dagen nadat ik mijn vragen had gesteld,
het antwoord op die vragen voor een groot deel heb kunnen lezen in
het dagblad De Stem. Als ik het goed heb begrepen is die publikatie