15 OKTOBER 1970, 744 raad van dezelfde maand officieel antwoord gegeven op Uw vragen be treffende deze lening. Punt 2-z wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP EEN ADRES VAN BEWONERS VAN DE POSTHOORNSTRAAT INZAKE DE VOL TOOIING VAN DE RIOLERING EN BESTRATING IN DEZE STRAAT. 4. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONGEGROND- VERKLARING VAN HET DOOR DE N. V. GE Hl. VAN HAPEREN, HAN DELSWEG 9, ETTEN-LEUR, INGEDIENDE VERZOEK OM VOORZIENING TEGEN DE WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING VOOR HET PERCEEL MEIDOORNSTRAAT 78 TE BREDA, Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. 5. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND KREDIET VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN GROENVOORZIENING LANGS DE VERBIN DINGSWEG ETTENSEBAAN-BEATRIXBRUG. De heer VAN WERKHOOVEN: In de afdelingsvergadering is geble ken dat er een typefout voorkomt in het raadsstuk. In de derde regel wordt nl. een bedrag genoemd van 15. 000, --, terwijl het 15.500, -- zou moeten zijn. In de afdeling heb ik een aanmerking gemaakt over de verhoging van dit bedrag. Tussen het oorspronkelijk gevraagde krediet en het huidige is een verhoging te constateren met 43 °lo, hetgeen in geen enkele verhouding staat tot de loonstijgingen, de materiaalkos ten en de B. T. W. Het blijkt echter dat nu rondom de bomen boom- korven geplaatst zullen worden, wat een bedrag van 1700,vergt. Het voorstel dateert bovendien van 19 maart 1968, zodat er twee keer verhogingen zijn ingevoerd. Gezien in dat licht is een totale verhoging van 43,3 °Jo wel acceptabel. Ik had het juister gevonden als er wat uit gebreider informatie was verstrekt. De heer QUADEKKER: Ik zou graag van de heer Van Werkhooven willen horen hoe hij aan een verhoging van 43,3 "]o komt, wanneer hij uitgaat van een bedrag van 15.500, - -. De VOORZITTER: Zullen wij de wethouder maar laten antwoorden? Wethouder VERMEULEN: Het is duidelijk dat ik zonder meer slech ter kan rekenen dan de heren Quadekker en Van Werkhooven. Ik geloof echter dat ik vrij kort kan zijn. De mededeling van de heer Van Werk hooven over hetgeen in de afdeling is besproken is juist: het bedrag van 15. 000, -- moet worden veranderd in f 15.500, --. Wij hebben in de afdeling vrij uitvoerig gesproken over de sterke stijging van het be drag, maar ten slotte zijn wij volledig tot overeenstemming gekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 744