15 OKTOBER 1970.
746
zal einde 1970 aflopen. Daarna zal er vermoedelijk een nieuwe rege
ling in het leven worden geroepen en dan is mijns inziens het tijdstip
aangebroken waarop wij kunnen bekijken hoe de maalrijddienst gefi
nancierd moet worden. Ik ben het niet met de heer Barij eens dat de
bejaarden die hiervan thans genieten naar de bijstandswet verwezen
zouden moeten worden. In dat geval zullen vele bejaarden waarschijn
lijk geen aanvullende bijdrage .krijgen voor deze maaltijd, aange
zien wordt uitgegaan van een norm-bijstandsbedrag waar de warme
maaltijd normaal in verwerkt is. Ik vraag mij af of in dat geval nog
een extra bijstand verleend zal worden voor die warme maaltijden.
Ik zou daarom willen voorstellen de thans gevolgde procedure tot aan
het einde van 1970 gewoon door te laten gaan en beslist geen moeite
doen om het bedrag voor die maaltijden te verhogen. Het gaat om
een betrekkelijk gering bedrag en het zal voor de gemeente niet zo
moeilijk zijn de resterende maanden nog te overbruggen. Wij kunnen
dan afwachten waar h.et ministerie mee komt; dan is. het tijd genoeg
om de tarieven te herzien.
De heer QUADEKKER: Een van de begrotingsposten dip moeten
meehelpen om de financiële consequenties van de voorgestelde ver
hoging te dekken geeft aan dat de oorspronkelijk geraamde, subsidie
van de Stichting Telefonische Hulpcentrale met 9.000, -- verlaagd
kan worden, daar de definitieve begroting aanzienlijk lager is uitge
komen. Ik zou daar graag een nadere uitleg van vernemen.
De heer KROON: Ik kan mij.de vragen die de heer Barij. heeft ge
steld wel voorstellen, maar ik meen dat men die eigenlijk niet los
kan zien van de vierde alinea, op bladzijde. 2 van het. stuk, waarin
staat dat met betrekking tot die maaltijdvoorziening overleg plaatsvindt
met het stichtingsbestuur. Ik heb daar dan ook bij gezet; bestaat de
kans dat dit in orde komt? Als dat het geval is, dan geloof ik dat de
bezwaren die hier naar voren worden gebracht eigenlijk wel geëlimi
neerd worden. Als ik goed ben ingelicht door mijn fractiegenoot die
wel in de afdeling zit - de communicatie is gelukkig bijzonder goed -
is die kans inderdaad zeer groot.
De heer WOESTENBERG: Ik heb pas in een of ander scheldblaad-
je gelezen dat ik meestal de gesprekken van andere raadsleden over
neem, maar ik geloof niet dat dat waar is. In het stuk staat: "Bij een
verhoging van het tarief met 2,-- tot 4,50 zal door de meeste be
jaarden zo goed als zeker een beroep op de Algemene Bijstandswet
worden gedaan"Op die manier worden die mensen weer naar sociale
zaken gedreven, maar ik meen dat vanuit de gemeenteraden evengoed
een stille drang kan worden uitgeoefend om ervoor te zorgen dat de
bejaarden voor hun etenspotje helemaal niet meer een beroep behoeven
te doen op de bijstandswet. Het lijkt onderhand wel op de broodbon
van vroeger en die zou ik niet graag terugzien. Ik heb alle lof voor
de goede verzorging.van de maalrijddienst, maar ik geloof dat het
niet nodig, moet zijn dat de bejaarden in de toekomst weer hun hand