753 15 OKTOBER 1970. rijk? Zijn er aan deze subsidieregeling nog restricties verbonden, of is die algemeen geldend? De heer MENDES: Ik heb een opmerking over de begrotingswijzi ging. Wij hebben in de afdeling voor financiën een stuk gekregen over afwijkingen van het niet-geldelijk rendabel investeringsplan, waarin de ze post onder een heel ander nummer staat. Bovendien is in het voorstel niet vermeld welke post zal worden verlaagd om die 10. 000, -- terug te krijgen. Volgens het stuk dat wij in de afdeling voor financiën hebben gekregen zou deze uitgave kunnen worden gedekt door de post nieuwe experimenten met f 10.000,-- te verlagen. Dit staat echter niet in het voorstel. De heer SMITIk hoop dat mevrouw Stockmann het mij niet kwa lijk neemt, maar ik zou haar vraag iets willen aanscherpen. Ik zou namelijk willen vragen aan welke, uiteraard objectieve, maatstaven een tak van het georganiseerde jeugdwerk-bijvoorbeeld een andere verkennersgroep - moet voldoen om voor een aanmerkelijke subsidie voor huisvesting in aanmerking te komen. Daarbij zou ik graag zien dat die maatstaven limitatief werden opgesomd, zodat beoordeeld kan worden of deze aanvraag aan die maatstaven voldoet en om in de toe komst te weten aan welke maatstaven men zal moeten voldoen. Wethouder VAN BIJNEN: Evenals de heer Kramer wil ik beginnen met hulde te brengen aan de Albert Schweitzergroep die dit tot stand heeft gebracht en die er door zoveel zelfwerkzaamheid in is geslaagd dit resultaat te bereiken. Mevrouw Stockmann heeft gevraagd naar de normen, welke vraag de heer Smit nog heeft aangescherpt door te vragen aan welke objec tieve maatstaven dient te worden voldaan. Ik moet zeggen dat deze regeling nog maar kortgeleden door het departement ter hand is geno men en aan ons bekend is geworden. Wij weten nu dat het departement 25 subsidieert met een maximum van 20.000, -- wanneer de ge meente hetzelfde doet. De gemeente heeft daar natuurlijk haar eigen motieven voor, die weet hoe groot een groepering is, die kent ook de financiële situatie van een groepering en weet of die zelf eventueel nog meer zou kunnen doen. Dan zullen wij deze regeling ook toepas sen. Welke maatstaven door het departement precies worden aangelegd kan ik op dit moment niet zeggen; het is mij pas vandaag bekend ge worden dat deze regeling bestaat. Die wijkt af van de normale rege ling zoals wij die altijd hebben toegepast. Voor de bouw van jeugd- gebouwen garanderen wij namelijk de kapitaalslasten en subsidieerden wij de kapitaalslasten. Wanneer dit voor bepaalde groeperingen niet is gebeurd zijn daar natuurlijk redenen voor geweest. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat er een concurrentiepositie zou ontstaan ten opzichte van het vrije bedrijf, waardoor de jeugdadviesraad dus een afwijzend ad vies geeft aan het college. Ik weet niet welke groeperingen op dit moment een aanvrage heb ben ingediend, maar dit is de eerste aanvrage die volgens deze regeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 753