15 OKTOBER 1970. 754 van het departement kan worden aanvaard. Wij hebben in een ander stadium, toen deze regeling er nog niet was, zelf wel eens een be paalde subsidie gegeven, t. w. aan "De Houdgreep", die ook zelf het nodige kapitaal bijeen had gebracht waaraan wij toen naar ik meen 10.000,-- hebben gegeven om deze Houdgreep bij de Zaanlandse tot stand te brengen. Wanneer de heer Smit mij vraagt precies de maatstaven op te sommen, dan moet ik hem daarop op dit moment het antwoord schuldig blijven, maar hij zal mij dat wel kunnen vragen wanneer ik met mijn staf daar de nodige mogelijkheden voor heb. Nu ken ik echter de maatstaven niet, behalve dan natuurlijk de objectieve maatstaf van de zelfwerkzaamheid. Dat is voor het gemeentebestuur altijd een belangrijk punt geweest, dus niet alleen het kapitaal, maar ook zelf meewerken. Meer kan ik op dit moment niet over die maat staven zeggen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 14. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HERZIE NING VAN DE RECHTEN VOOR HET OPENBAAR SLACHTHUIS. De VOORZITTER: Voorafgaande aan de behandeling van dit voor stel zal wethouder Gielen daarover enkele nadere mededelingen doen. Wethouder GIELEN: In de afdeling heeft men zich kunnen vereni gen met het voorstel dat nu voor ons ligt om de rechten voor het open baar slachthuis te verhogen. Dit is mede gebeurd in overeenstemming met de hoofd-cliëntele van het slachthuis, die deze tarieven moeten opbrengen. Tussen het moment dat dit stuk werd geschreven en de behande ling van het voorstel is in de laatste weken en ook nu weer gebleken dat bij enkele grote klanten van het slachthuis het begrijpelijke ver langen bestaat om te komen tot een bepaalde kwantum-kortingsrege ling, zoals die in het zakenleven zeer veel .voorkomt. Het is dan ook begrijpelijk dat deze wens in de kring van zakenmensen naar voren wordt gebracht wanneer men ziet in welke mate de hoeveelheden die in het openbaar slachthuis worden geslacht hand over hand toenemen. Dit geldt met name voor de Vleeshandel Breda, die ongeveer de helft voor haar rekening neemt van de totale hoeveelheid die geslacht wordt, en voor de zogenaamde Boerenbond, de N. C. B. met 10 15 °]o van het totaal. Bij deze groepen leeft dus de wens tot een bepaalde kwan tumkorting te komen. In de afdeling is dit naar voren gebracht en ver dedigd door de heer Van Caulil, die bijzonder goed met deze zaken op de hoogte is. Ik heb toen in de afdeling de toezegging gedaan dat ik aan het college de vraag zou voorleggen of wij er niet goed aan zouden doen de raad bij deze gelegenheid toe te zeggen dat wij dit verzoek ernstig zullen overwegen en dat wij daarvoor de nodige studie zullen verrichten. Dat betekent namelijk dat wij zullen moeten begin nen met een duidelijke analyse van onze kostprijs en de invloed van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 754