761 15 OKTOBER 1970. u dat wij dan een veelvoud van dit bedrag zullen moeten betalen op het moment dat het werk daar in uitvoering is. Ik geloof dan ook dat wij ons, met alle begrip voor de opvattingen van de heer Van Werk- hooven, vanavond moeten beperken tot de keuze tussen een voetgan gerstunnel of een ahob. In een latere fase zal dan aan de orde komen de onttrekking van de Oosterhoutseweg aan het openbaar verkeer, met de gehele daarvoor voorgeschreven wettelijke procedure. Ik ben er van overtuigd dat de verkeersdeskundigen die hierover geraadpleegd zijn het er unaniem over eens zijn dat deze oplossing vanuit verkeersoog- punt de beste is. De heer VAN WERKHOOVEN: Op diverse punten kan ik het niet met de wethouder eens zijn. Ik blijf bij mijn standpunt dat aanneming van dit voorstel impliceert dat wij die weg afsluiten en dat is nu juist mijn bezwaar, want de wethouder wil de volgorde omdraaien. De juiste volg orde zou mijns inziens geweest zijn dat men de raad eerst gevraagd had of hij akkoord gaat met het plan om deze weg af te sluiten, zij het niet voor alle verkeer. Dat is het verschil met de Vuchtstraat, want de Vuchtstraat werd voor alle verkeer gesloten, terwijl deze weg alleen wordt afgesloten voor het gemotoriseerde verkeer en niet voor voetgan gers en fietsers. Er is dus een gradueel verschil. Niettemin vind ik dat wanneer een zo belangrijke weg wordt afgesloten, primair de raad daar over moet oordelen. Wanneer de raad daarmee akkoord gaat, gezien de noodzaak voor het verkeer e. d.dan kunnen wij verder praten over de financiële consequenties, ook met de N. S. Wat doet men nu echter? Als de raad dit voorstel goedkeurt, delen wij de N. S. mee dat zij het plan besteksklaar kan maken en dat met de uitvoering van het werk kan worden begonnen. Wanneer echter de gedeeltelijke onttrekking van de weg aan het openbaar verkeer in de raad komt weten wij niet en dan wordt er door de N. S. een hoop geld weggegooid en daarom vind ik deze volgorde beslist onjuist, of er zou enorm veel haast bij moeten zijn, maar dat is volgens mij niet het geval. Ik ben het met de wethouder eens dat er verkeerslichten moeten komen, ik ben blij dat hij mij eraan herinnert, want ik was het vergeten, dat gebeurt wel meer. Ik zie echter geen enkel bezwaar tegen openstelling van deze weg, al of niet met verkeerslichten en de situatie eerst in de praktijk te bekijken, om daarna de vraag aan de raad voor te leggen of de weg moet worden afgesloten. Ik kan het niet anders zien dan dat de raad door dit voorstel aan te nemen zich vastlegt aan het afsluiten van die weg. Ik moet dan ook tot mijn spijt zeggen dat ik tegen dit voorstel ben. De heer VAN DUIJL: Ik kan het eens zijn met de heer Van Werk- hooven wanneer hij zegt dat het niet mogelijk zal zijn deze weg af te sluiten voor het openbaar verkeer, want ook voetgangers en fietsers zijn openbaar verkeer. Ik zou de wethouder dan ook willen vragen hoe hij deze weg aan het openbaar verkeer wil onttrekken, wanneer hij die anderzijds open wil houden voor voetgangers en fietsers, die via de tunnel van deze weg gebruik kunnen maken. Ik zie dus niet in hoe hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 761