773
28 OKTOBER 1970.
1. BEËDIGING VAN DE LEDEN VAN DE RAAD.
De VOORZITTER: Dames en Heren. U zult thans de eden of de
verklaring en belofte gaan afleggen. Ik zal ze u voorlezen en verzoek
u al naar uw wens de eden of de verklaring en belofte af te leggen.
Hierna leggen de lieren Van Banning, Barij, Biemans, Broeders,
Brooimans, Van Caulil, Crul, Van Dun, Van Duijl, Froger, Geene, Gie-
len en Van Graafeiland, mevrouw Jager-Middelbeek, de heren Jansen,
Kramer, Kroon, Van Loon, Melzer,£Van Merkom, Van Os, Van Over-
veldt, Quadekker en De Raaff, mevrouw Van Rooy-Van den Heuvel,
de heren Roozeboom, Sandberg, Von Schmid, Schoenmakers'en Severens
yQ en mevrouw Stockmann-Van der Kallen de vereiste eden en de heren
America en Mans, mevrouw Van Nes-Brands, mejuffrouw Paulussen, de
heren Spanjer en Van der Werff en mevrouw Willems-Van Doorn de Ver
eiste verklaring en beloften in handen van de voorzitter af.
De VOORZITTER: Dames en heren, leden van de gemeenteraad van
Breda. Ik wil u graag als eerste gelukwensen met uw toelating en beëdiging
tot lid van deze gemeenteraad. U bent weliswaar wat over tijd - niet door
een rekenfout - maar nu bent u er toch. Het raadslidmaatschap wordt
naar mijn mening nog altijd het zuiverst getekend als een typische ver
trouwensfunctie. Duidelijk daarbij is in ieder geval dat de bevolking
die u dat vertrouwen waardig heeft gekeurd zich steeds meer en direct
bij het besturen van de stad betrokken voelt en daaraan ook uiting zal
geven. Wij moeten er ons van bewust zijn dat bij de behartiging van
het welzijn van de bevolking in onze stad meer dan ooit een beroep
zal worden gedaan op onze verantwoordelijkheid, onze werkkracht èn
op onze fantasie en onze bereidheid met de Bredase bevolking samen
te werken.
De steeds groeiende stroom van voorstellen, preadviezen en mede
delingen - in de achter ons liggende periode waren het er liefst 2000 -
hebben het raadslidmaatschap tot een veeleisende en ook veel tijd ver
gende werkzaamheid gemaakt.
Het aantal "wijkers" uit de oude raad is in het verleden nimmer
zo groot geweest als thans. In 1958, 1962 en 1964 waren er resp. 10,
12 en 14; thans verschijnen 19 nieuwe leden in dit college. Er zit, zo
als u zult merken, een stijgende lijn in het aantal vertrekkende leden.
Toch zal de wens tot vernieuwing eens een verzadigingspunt moeten
bereiken naar mijn oordeel, al was het alleen maar omdat bij doortrek
king van de lijn uit het jongste verleden omstreeks de eeuwwisseling ineens
een totaal nieuw college bijeen zou komen. Volgens artikel 167 van de
gemeentewet behoren aan uw raad met betrekking tot de regeling van
het bestuur en de huishouding der gemeente alle bevoegdheden die ove
rigens niet bij deze of bij een andere wet aan de burgemeester of aan
burgemeester en wethouders zijn opgedragen. Het gaat hierbij dus om
de raad in zijn totaliteit, niet om een raadslid of enkele raadsleden
afzonderlijk. Ik hoop van harte dat bij dit werk de onderlinge verhou
dingen in onze raad goed zullen zijn. Vanzelfsprekend kunnen en moe
ten er ook zakelijke tegenstellingen zijn. Een goede, gezonde democratie