783 28 OKTOBER 1970. Management in dit verband is slechts mogelijk tegen de achtergrond van een eigen cultuurvisie. Beslissingen die genomen moeten worden binnen een organisatie vereisen in vele gevallen een inzicht in exter ne problemen op sociaal en cultureel terrein. Bij de motivatie van de arbeid moet men zich afvragen: hoe ligt deze functie in de wereld van morgen. De rationalisering, democratisering en schaalvergroting zijn de begrippen waarmee modern management dagelijks te maken heeft. Steeds meer processen zullen aan objectieve criteria onderworpen worden: In toenemende mate zal verantwoording worden gevraagd. De eis van openheid maakt het onmogelijk in de toekomst nog veel ondershands en achter de schermen te regelen. Publieke verantwoording van het handelen lijkt een dwingende eis. Vergroting van de inspraak in de algemene beleidsvoering is on vermijdelijk. Het zoeken naar evenwicht tussen de tegengestelde eisen: rationaliteit en inspirerend leiderschap, inspraak en slagvaardig bestuur, is noodzakelijk. Bij het zoeken naar en het bereiken van dit evenwicht is de steun van alle politieke partijen onontbeerlijk. Het "overleg", eenmaal be gonnen, is met deze intentie voortgezet. Gezocht is naar hoofdlijnen, waarover alle politieke partijen het eens zouden kunnen worden. Bij de zich snel wisselende maatschappelijke structuren is het no dig, dat het nieuwe college weet op welke hoofdpunten de politieke partijen elkaar blijvend kunnen vinden. Het meegeven van een boodschap aan het nieuwe college moet in dit licht worden bezien. De hoofdpunten. De in het streekplan West-Brabant toegedachte taak aan de stad Breda is van zodanige omvang, dat het aangeven van de grote lijnen voor het toekomstig beleid een eerste urgentie behoeft. Hierbij behoeft zeker niet voorbij gegaan te worden aan de direc te belangen van de stadsbewoners. Het nader uitwerken (detailleren) van de grote lijnen is de beste waar borg voor de welvaart en het welzijn van alle betrokken burgers in stad en gewest op lange termijn. De grote lijnen ofwel hoofdpunten zijn als volgt geformuleerd: De volgorde waarin zij worden genoemd houdt geen verband met de urgentie. 1. Democratisering van het bestuur; 2. Functie binnenstad; 3. Woningbouw, woonmilieu en toewijzingsbeleid; 4. Intergemeentelijke samenwerking; 5. Grenswijziging; 6. Actieve- en passieve recreatie; 7. Beleidsnota.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 783