786 28 OKTOBER 1970. woningen in de z.g. middenklasse, waardoor de doorstroming niet of slechts zeer moeizaam op gang komt. Aan het nieuwe college van burgemeester en wethouders wordt gevraagd aan de oplossing van dit probleem de hoogst mogelijke pri oriteit te verlenen, zonodig ten koste van andere urgente zaken. Begrip hebbende voor de ontstellende problemen, waarmede het woningbedrijf wordt geconfronteerd en vastgesteld hebbende dat dit bedrijf zich in de uitvoering van het beleid geruggesteund mag weten door het gemeentebestuur, achten partijen het toch van belang dat de betreffende raadsafdeling meer inzicht en invloed heeft in de te han teren normen en meer geïnformeerd wordt over de uitvoering van het toewijzingsbeleid. De inwoners behoren tenslotte precies te weten waar de nodige informatie kan worden verkregen en waar eventuele klachten kunnen worden gedeponeerd en besproken. Naast de voorlichtende c.q. bemiddelende taak van ieder raads lid, dient ook een veel ruimere, een veel beter gerichte en een voort durende voorlichting over alle zaken met betrekking tot het woningbe- leid te worden gegeven. In ter ge me entel i j ke sa m enwerking Van oudsher bestaat er een wisselwerking tussen de aktiviteiten van de menselijke samenleving en de ruimte, waarin zij deze aktiviteiten kan ontplooien. Zolang een volk groeit en zich economisch en cultureel ontplooit, heeft dat zijn weerslag op de inrichting van het land, van het gebied. Een voortdurende aanpassing van de ruimtelijke structuur is een voor waarde voor een goede ontwikkeling van de samenleving. Hoe sterker de druk op de beschikbare ruimte wordt en hoe ge compliceerder het maatschappelijk ontwikkelingsproces, des te meer wordt de welvaart van allen en het welzijn van de individuele mens afhankelijk van het geven van leiding aan de ruimtelijke ontwikkeling. Het wonen, het werken, het zich verplaatsen en verpozen eisen alle een deel van de beschikbare ruimte op. In het streekplan voor West-Brabant is aan Breda een belangrijke functie toebedacht. In dit beeld vervagen de gemeentegrenzen en wint de gedachte aan samenwerking veld. Logischerwijze zal Breda steeds meer betrokken raken bij de problemen van-en in de regio; zij dient zich daarmede te vereenzelvigen en zal de leidende en stuwende kracht dienen te zijn bij de verwezenlijking van de samenwerkingsgedach- te en de oplossing van de vele en verschillende problemen. Dit alles in het belang van het welzijn van de bevolking. Partijen zijn van mening, dat het nog wat moeilijk op gang geko men overleg met een aantal gemeentebesturen in de regio met grote voortvarendheid en met de juiste intentie dient te worden voortgezet en te worden geïntensiveerd. Opdat ook de gemeenteraden en de bevolking op de hoogte zijn en blijven van de inhoud en de voortgang van het overleg, dient aan het overleg de grootst mogelijke openbaarheid te worden gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 786