789
28 OKTOBER 1970.
De beleidsnota zal in de raad ter discussie worden gesteld.
6. RONDVRAAG.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik wil nog graag even terugkomen
op punt 3 van de agenda. Uit de vanavond verstrekte lijst waarin de
kandidaten voor de afdelingen waren opgesomd blijkt niet dat de heer
Van Os en ik deel uitmaken van de fractie Democraten - D '66. Aan
gezien wij de samenwerking met de Democraten niet hebben willen
verbreken, doch slechts met de heer Von Schmid geen contact meer
hebben, komt ons dit onjuist voor. Wij stellen de samenwerking met
de Democraten nog steeds op prijs, maar wij hebben geen vertrouwen
in het beleid van de heer Von Schmid. Aangezien wij de duidelijkheid
hier ter plaatse willen bevorderen, hebben wij er geen bezwaar tegen
toch als fractie - D '66 aan het raadswerk deel te nemen.
De VOORZITTER: Ik dank u. Dit is eigenlijk geen rondvraag, maar
een verklaring die ik graag toegestaan heb en waarvan wij kennis kun
nen nemen.
De heer VON SCHMID: De heer Van Os en mevrouw Van Nes zijn
ervan op de hoogte dat er geen sprake is van een splitsing tussen de
Democraten en mijzelf; er is wat dat betreft een schrijven uitgegaan
van de Democraten aan hun groepering. Het laat mij uiteraard koud
hoe zij persoonlijk over mij denken, maar ik wil wel even vaststel
len dat er niets aan de hand is tussen de Democraten en mij. Voorts
stel ik vast dat mevrouw Van Nes en de heer Van Os niet als fractie
van D '66 in deze raad kunnen zitten, omdat die niet aan de verkie
zing heeft deelgenomen.
Beide verklaringen worden voor kennisgeving aangenomen.
De VOORZITTER sluit hierna te 20. 55 uur de vergadering.