7
15 JANUARI 1970
wens ik u een voorspoedig nieuwjaar, moge het voor u allen brengen
wat u ervan verwacht. Ook uw gezinnen veel geluk in 1970.
Kort voor haar overlijden heb ik mevrouw Krens nog gesproken. Zij
heeft mij toen nog nadrukkelijk gevraagd u haar beste groeten over te
brengen. Mevrouw Krens voelde zich als goed raadslid vooral verplicht
tegenover de jongeren in onze samenleving. Ik geloof dat wij een voor
beeld kunnen nemen aan de grote interesse waarmee zij haar werk deed
en aan haar persoonlijke betrokkenheid bij het werk waarvoor zij stond.
Mijnheer Krens, wij waarderen het zeer dat u hier vandaag aanwezig
wilt zijn. Ik wens vanaf deze plaats u en uw kinderen veel sterkte toe.
Dames en heren. Ik verzoek u een ogenblik stilte in acht te nemen.
Hierna wordt een ogenblik stilte betracht.
De VOORZITTER: Ik dank u wel.
Dames en heren. Vanzelfsprekend stel ik er prijs op u bij het begin
van het jaar 1970 een gelukkig nieuwjaar toe te wensen, hoe verschillend
dat geluk van persoon tot persoon ook kan worden opgevat. De een zal
frote waarde hechten aan zijn economische welvaart, de ander zal meer
e nadruk leggen op zijn sociale contacten. Ik kan mij ook voorstellen
dat de een zich gelukkig zal voelen als hij raadslid blijft, de ander mo
gelijk niet. De functie van het raadslidmaatschap blijft intussen duidelijk
gebaseerd op vertrouwen, waarbij u de belangen van anderen worden toe
vertrouwd zolang die anderen u dat vertrouwen waardig keuren. In ieder
geval hoop ik dat uw raad in de huidige samenstelling een, overigens
nog beperkte tijd, in goede gezondheid kan werken voor het belang van
onze stad en stadgenoten. Ik wil in deze wensen gaarne betrekken de
ambtenaren, de pers, de stenografen, degenen die ons werk vanaf de
publieke tribune volgen en alle inwoners van de stad.
Ik wil de traditie van de nieuwjaarstoespraak van de burgemeester
gaarne in ere houden. De eis die evenwel gesteld kan worden aan het
houden van een toespraak is dat er een onderwerp moet zijn dat een zekere
actualiteit heeft en dat ook voldoende belangrijk is om te behandelen. De
burgemeester moet zich daarbij naar mijn opvatting --en zeker bij het
innemen van standpunten -- gesteund weten door zijn directe mede bestuur
ders.
Welnu, het onderwerp dat ik in het kort met u wil behandelen behelst
de betrokkenheid van de bevolking bij het besturen van de stad. Mijn be
doeling is slechts een -- zij het onvolledige -- bijdrage te leveren aan de
meningsvorming over deze ongetwijfeld belangrijke aangelegenheid.
Bij het nemen van beslissingen in Kamers, Staten en Raden is de
openbaarheid bij de wet in beginsel voorgeschreven. Dit geldt tot nu
toe minder voor de procesgang die aan het indienen van voorstellen bij
de vertegenwoordigende organen voorafgaat, vanzelfsprekend wel voor de
behandeling van die voorstellen. Ons college gaat ervan uit dat van be
stuurlijke zijde steeds meer moet worden gedaan om de uitgestippelde
en gevolgde beleidslijn aan de bevolking duidelijk te maken en voor de
algemene zaak zoveel mogelijk belangstelling te wekken. De voorlichting
is hierbij een van de technieken waarover wij beschikken en die door ons
op objectieve wijze moet worden gehanteerd. Het college wenst met alle
kracht deze taak uit te breiden.
