803
12 NOVEMBER 1970
middel is. Het enige doel is in samenspraak met de andere gemeenten
te bezien of er iets kan worden gedaan aan de intergemeentelijke samen
werking. Ik ben dan ook hogelijk Verbaasd dat nu juist door de K.V.P. -
fractie wordt gezegd dat men wel een dergelijk gesprek wil, maar dan
op informele basis. Ik moet eerlijk zeggen dat ik heel blij ben dat in
ieder geval de heer Geene op het standpunt is blijven staan waarop hij
in Prinsenbeek stond. Ik vind dat een element van politiek fatsoenlijk
denken.
De heer CRUL: Ik wil nog even iets toevoegen aan hetgeen de heer
von Schmid heeft gezegd over de gesprekken in Terheijden en Prinsen
beek. In Terheijden was een groot aantal raadsleden uit Breda aanwe
zig, in Prinsenbeek iets minder. De reden daarvan is mij niet bekend,
maar in Terheijden waren alle raadsleden uit Breda, inclusief de heer
van Loon en zijn fractiegenoot die daar aanwezig waren, ervan over
tuigd dat er bij alle raadsleden, ook die van de K.V.P. behoefte be
stond met mensen uit de andere gemeenten over de samenwerking te
praten. Wij hadden in het geheel niet de pretentie dat wij een oplos
sing op tafel wilden leggen, er moest alleen een gesprek tussen de
gemeenten mogelijk zijn. Dat is door iedereen erkend. Ook in Prinsen
beek werd die behoefte gevoeld en juist daarom is dit voorstel tot stand
gekomen.
De heer FROGER: Zowel de heer Geene als de heer van Loon hebben
het gehad over de openheid en het feit dat het overleg tussen de colle
ges van burgemeester en wethouders van de zestien gemeenten juist niet
open is. Als ik het goed heb begrepen uit de persberichten is dat overleg
geheim.
De heer VAN OS: Ik meen dat de heer van Loon een denkfout maakt.
Hij heeft namelijk gesproken over de taak die de werkgroep zou hebben
ten aanzien van de gemeentelijke herindeling, maar daar wordt met
geen woord van gerept. Ik kan alleen maar zeggen dat iemand die tegen
deze werkgroep is daarmee duidelijk te kennen geeft dat hij niet bereid
is met zijn naaste buren te spreken.
De heer VAN DER WERFF: Wij hebben waardering voor dit initiatief
voorstel, omdat daaruit duidelijk blijkt hoezeer diverse leden van deze
gemeenteraad het algemeen belang nastreven en daarbij tot een oor
spronkelijke inbreng bereid zijn. Anderzijds sta ik persoonlijk ietwat
sceptisch tegenover de wijze van uitvoering. Allereerst omdat ik mij
afvraag -- dat is gisteravond in onze fractie onderwerp van bespreking
geweest -- waarom wij twee weken geleden een aantal wethouders heb
ben gekozen. Ik meen dat wij dit hebben gedaan om dezen als dagelijks
bestuur van de gemeente, dus als executieven het werk te laten doen
waarvoor wij als raadsleden geen tijd hebben. Bovendien worden zij
daarvoor gehonoreerd en beschikken zij daarbij over een bekwaam amb
telijk apparaat. Zij voeren uit en handelen naar hun inzicht na met ons
overleg te hebben gepleegd in het belang van de gemeente Breda. Dat