810
12 NOVEMBER 1970
de meest geëigende oplossing is voor dit probleem. Wij menen dat
een andere dan de traditionele oplossing door middel van grenswijzi
ging slechts mogelijk is wanneer alle daarbij betrokken partijen binnen
de tijdslimiet van de reeds lopende procedure een duidelijk beter alter
natief plan zouden hebben en zouden willen aanvaarden.
Deze zinsnede, die ik volledig onderschrijf, houdt mijns inziens
consequenties in, zeker voor mijzelf. Wanneer men eerst constateert
dat een bepaald plan geen optimale oplossing biedt, dan is het minste
dat men kan doen wei het zoeken naar een alternatief. Pas wanneer
dat alternatief niet tot stand kan komen, om welke reden dan ook,
of wel tot stand komt maai aaidelijk slechter is dan het eerste plan,
kan men overwegen het eerste plan te accepteren.
In dit stadium ontkom ik er niet aan zijdelings even uw persmede
deling van 6 november jl. aan te roeren. In grote lijnen kan ik deze
mededeling van het college wel onderschrijven. Wanneer het college
de noodzaak van uitbreiding van het grondgebied ten behoeve van de
woningbouw erkent, is dat een bevestiging van het gestelde in de ge
noemde boodschap. Wanneer het college constateert dat de procedure
tot grenswijziging reeds een eind gevorderd is en dat wij te zijner tijd
aan de hand van een preadvies ons hierover zullen moeten uitspreken,
is ook daar geen speld tussen te krijgen, wat overigens naar ik aan
neem ook niet de bedoeling was. Wanneet u dan in de laatste alinea
vaststelt dat de inteigemeentelijke samenwerking en gewestvorming,
zoals deze zich thans in de regio voltrekken en aankondigen, niet kun
nen dienen als middelen om een noodzakelijke gemeentelijke herinde
ling te ontgaan - -ik erken dat dit juist is treedt voor mij een di
lemma naar voren. Ik stel namelijk in de eerste plaats vast dat annexatie
voor mij niet de meest wenselijke oplossing is en dat ik in de tweede plaats
een alternatief zoek, liefst in overleg met alle partijen. In de derde
plaats -- hier bevind ik mij in het prettige gezelschap van het college
moeten wij constateren dat de samenwerking zoals die zich momenteel
ontwikkelt geen verwachtingen doet veronderstellen om dat alternatief
te vinden. In dat geval is men dus aan zichzelf verplicht een andere vorm
van overleg te vinden en deze vorm meen ik in dit initiatiefvoorstel ge
concretiseerd te zien. Tot zo ver mijn intentieverklaring die mij ertoe
geleid heeft dit voorstel mede te brengen.
Ik heb een hele tijd gezeten met het formeel juridische bezwaar,
dat ook door mijn fractievoorzitter heel duidelijk naar voren is gebracht.
Toch meen ik nu te onderkennen dat het college hier minder zwaar aan
tilt dan mijn eigen fractievoorzitter. Misschien interpreteer ik dat fout,
maar dan hoop ik dat u daar in laatste instantie nog even op terugkomt,
dat zou mijn besluitvorming misschien nog kunnen wijzigen. Ik geloof
echter dat wij met deze intentie dit voorstel wel kunnen aannemen.
Die afvaardiging krijgt namelijk een opdracht om in samenwerking
met de andere genoemde gemeenten zo spoedig mogelijk een advies
aan de gemeenteraden uit te werken.
De heer KROON; Waarover?