811
12 NOVEMBER 1970
De heer SANDBERG: Een advies over de taken die aan deze werk
groep kunnen worden opgedragen, dat staat in het voorstel. Wanneer de
werkgroep tot de conclusie zou komen dat daaraan geen taken kunnen
worden opgedragen omdat men dan buiten het kader van de wettelijke
voorschriften raakt, dan kan ik zeggen dat ik mij persoonlijk volledig
uit dit overleg zal terugtrekken. Tot dusver is mij dat echter niet dui
delijk geworden.
De VOORZITTER: Mijn reactie kan deze keer bijzonder kort zijn.
Tot de heer Sandberg kan ik zeggen dat het mijns inziens juist is wan
neer ik stel dat de verantwoording over het beleid dat is neergelegd
in het bericht waarover hij heeft gesproken op een ander moment door
het college moet worden afgelegd. Ik ben van mening, een mening
die u zult kunnen onderschrijven, dat het college hier een opvatting
naar voren heeft gebracht die we swaar direct te maken heeft met de
relatie met de randgemeenten, maar dat de verantwoording daarover
beter kan worden uitgesteld.
Voor alle duidelijkheid wil ik toch nog even zeggen dat het col
lege zich vanzelfsprekend niet uitspreekt en ook niet heeft uit te spreken
over contacten tussen raadsleden. Ik meen ook duidelijk genoeg te heb
ben gezegd dat ik geen wettelijke bepalingen heb gevonden die zich
ertegen verzetten negen leden uit deze raad te laten spreken met leden
van raden van andere gemeenten. Dat is wat ik heb gezegd, ik heb mij
niet uitgelaten over de staatsrechtelijke kant van deze zaak.
Tot slot meen ik verplicht te zijn nog enkele feitelijkheden te noe
men. De gemeenten Terheijden en Teteringen hebben een soortgelijk
voorstel als hier ter tafel is gebracht aanvaard. De gemeente Nieuw -
Ginneken heeft een dergelijk voorstel op 1 september jl, niet aanvaard
op advies van het college van burgemeester en wethouders, terwijl de
gemeente Prinsenbeek het voorstel heeft verwezen naar de annexatie
commissie -- ik denk dat dat de anti-annexatiecommissie moet zijn
welke commissie zich daarover nog niet heeft uitgesproken. Overigens
heb ik begrepen dat het in Prinsenbeek de bedoeling is dat juist vanuit
die commissie eventueel leden voor het overleg zullen worden aange
wezen.
Dit is alles wat ik er van mijn kant over zou willen zeggen, ik meen
dat het voldoende is. Wenst de heer Crul alsnog een schorsing van de
vergadering, zoals hij straks heeft gevraagd?
De heer CRUL: Inderdaad, mijnheer de voorzitter.
De VOORZITTER: Hebt u enig idee hoe lang die schorsing zou
moeten duren?
De heer CRUL: Vijf minuten.
De VOORZITTER: Dat is niet zo lang. De vergadering is geschorst.