12 NOVEMBER 1970. 820 ander college zou komen met een belangrijk andere samenstelling dan nu is voorgesteld, achten wij een gevaar voor de juiste toepassing van de wet. Wanneer de continuïteit verstoord zou worden door een andere procedure en een andere voordracht, moet dit onaanvaardbaar worden geacht omdat hierdoor de cliënten van de Algemene Bijstandswet ge schaad zouden kunnen worden. Tenslotte wil ik nog meedelen dat wij namens de K. V. P. -fractie als lid van de gemeenteraad in dit college kandidaat willen stellen me vrouw Van Rooij-van den Heuvel. De VOORZITTER: Dat is nog niet aan de orde, mijnheer Roozeboom, maar dan weten wij het vast. Mejuffrouw PAULUSSEN: Namens de P.A.K. -fractie wil ik graag een paar opmerkingen maken over dit voorstel. Ook wij vinden het juist dat het college van burgemeester en wethouders het zo geregeld heeft dat het college van bijstand wordt samengesteld ingevolge artikel 61 e.v. van de gemeentewet. Onzes inziens is het een principiële zaak gebruik te maken van de mogelijkheden die de gemeentewet op dit punt biedt om burgers bij het bestuur te betrekken door ze bestuursbevoegd heid te verlenen. Over de procedure is, zoals reeds gezegd, uitvoerig gesproken. Wij vinden de gevolgde procedure bij de kandidaatstelling echter onjuist en ongelukkig, temeer omdat het - zoals ook in het voorstel staat - erom gaat dat wij in de toekomst, die heel nabij kan zijn, nog meer commis sies ex artikel 61 e.v. van de gemeentewet kunnen verwachten. Met het instellen van deze commissies is naar onze mening onlosmakelijk ver bonden een inspraakprocedure. Het is natuurlijk niet eenvoudig, ook dat hebben wij in alle toonaarden tegen elkaar gezegd, maar wij zullen niet alleen met de mond moeten belijden dat wij het allemaal wel willen maar dat het niet gemakkelijk is, wij zullen er ook gewoon iets aan moe ten gaan doen en dan is het natuurlijk geen zaak van de wethouder of van het college van burgemeester en wethouders alleen. Het zal dan een zaak zijn van ons allemaal om te zoeken naar en te denken over reële en goede procedures. De kwesties die hierbij aan de orde zijn, namelijk de inspraakpro cedure en de wijze waarop de kandidaatstelling tot stand komt, alsmede een vervangingsregeling of een rooster van aftreden, zoals de wethouder het noemt, waarin wat ik zou willen noemen de doorstroming en de er varingsfactor tot hun recht komen, zijn voor drie leden van onze fractie, in het licht van de principiële toezeggingen van de wethouder, aanleiding op dit moment "ja" te zeggen tegen het advies. Voor de duidelijkheid - en daar gaat het toch om in de politiek - wil ik daaraan toevoegen dat drie andere leden van de fractie, met name mevrouw Willems en de he ren Crul en Mensen een andere mening zijn toegedaan. Zij gaan niet akkoord met het voorstel en met het advies van de raadsafdeling. Het zal u wellicht verbazen dat de P.A.K. -fractie deze mening zo open op ta fel legt en haar gezicht laat zien. Wij zijn het echter na ontzettend lang praten niet met elkaar eens kunnen worden en dat kan misschien een uit nodiging zijn aan de overige leden van de raad om in de toekomst ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 820