825 12 NOVEMBER 1970 Deze procedure is het derde punt van het voorstel: hoe moet de commissie worden bemand? Mevrouw van Nes heeft al naar voren ge bracht dat er, zoals ik ook in de afdeling heb gezegd, wel inspraak is geweest, maar sommige leden willen naar een verdergaande moge lijkheid van inspraak. Ik heb daarop toegezegd dat wij met kracht zullen streven naar het vinden van een procedure voor die inspraak. Dit zou mijns inziens ook een van de taken kunnen zijn van een even tuele commissie ad hoc die zich bezighoudt met de democratisering en de oplossing van dit probleem. Ik heb van alle sprekers gehoord dat zij het met het voorstel eens zijn, zij het dat sommige sprekers hun akkoord afhankelijk stelden van enkele toezeggingen. Ik heb die toezeggingen in de afdeling gedaan en ik heb ze hier herhaald en ik meen dat ik daarmee aan mijn ver plichtingen heb voldaan. De VOORZITTER: Ik zou de raad willen verzoeken zich in tweede termijn te beperken tot dit voorstel. Ik heb een ogenblik het gevoel gehad dat men onze brief van 5 november niet had ontvangen, waar in wij onze democratiseringsambities duidelijk hebben uitgesproken. Ik wil u daar graag even aan herinneren, hoewel dat vanzelfsprekend niet betekent dat u niet zoudt mogen zeggen wat op dit onderwerp be trekking heeft. Ik wil echter wel aandringen op enige beperking. Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik heb nog een paar punten. De wethouder zegt dat hij wel kans ziet over drie maanden een rooster van aftreden gereed te hebben, maar dat de vervangingsprocedure en de inspraak procedure geheel met elkaar samenhangen. Bovendien wil ik er nog even op wijzen dat wij in de raadsafdeling ook hebben gesproken over de natuurlijke afvloeiing, die kan zich namelijk volgende week al voor doen. Een ander punt is de commissie ad hoe. Ik heb met nadruk gezegd dat wij daar veel van verwachten» Wij hebben uw brief inderdaad heel goed gelezen, maar op dit moment geloven wij dat wij daarvan niet alle heil moeten verwachten, want ik zou bijna zeggen dat die com missie ad hoe hier wordt voorgesteld als de Grote Bons. Wij zullen nu al met zijn allen moeten gaan werken aan bepaalde zaken, want die commissie ad hoe zal nog heel veel te doen krijgen naar ik aanneem. Om misverstand te voorkomen wil ik nog uitdrukkelijk stellen dat het ons niet gaat om de kwaliteiten van de voorgestelde personen, die willen wij niet ontkennen. Wij zijn er van overtuigd dat, zoals ons na informatie duidelijk is gebleken voor zover wij het nog niet wisten, alle nu voorgestelde kandidaten heel goed werk hebben verricht en heel veel tijd en energie in het college voor de verlening van bijstand hebben geïnvesteerd. Wethouder DE RAAFF: Ik geloof dat ik heel kort kan zijn. Mejuffrouw Paulussen zegt in feite dat wij niet alles moeten ophangen aan de com missie ad hoe en dat is volkomen juist. Alleen ben ik van mening dat de commissie ad hoe zich ook hierover moet kunnen beraden. Dit is voor mij echter geen reden af te wachten wat de commissie ad hoe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 825