829
12 NOVEMBER 1970.
een telefoontje thuis dat dit niet het geval is.
Nu dit voorstel blijft staan wil ik er dus toch wel iets over zeg
gen. De wijkverwarming is een zaak die, naast het feit dat er veel
technische kanten aan zijn, ook nogal in de gevoelssfeer ligt. De toe
zegging van wethouder Melzer dat hij deze zaak opnieuw zal inventa
riseren en onderzoeken is dan ook goed ontvangen door het P. A.K. Wij
staan daar volkomen achter.
De in het voorstel genoemde inhoud van de brief aan de Com
missie Buurtopbouw "Wisselaar" zou naar onze mening echter de sfeer
voor dat komende onderzoek kunnen vertroebelen. Wij zouden dit jam
mer vinden en daarom stellen wij voor deze brief te betrekken in de
nieuwe inventarisatie en daar vandaag niet over te beslissen.
De heer KROON: Mijn fractiegenoot, die deel uitmaakt van de
afdeling voor het energie- en waterbedrijf maar op het ogenblik druk
bezig is met zijn werkzaamheden als voorzitter van het stembureau,
heeft verslag uitgebracht over hetgeen in de afdelingsvergadering is
besproken. Wij hebben er op dit moment geen behoefte aan over deze
zaak te discussiëren, gezien de toezegging van de wethouder, waarop
kennelijk ook de heer Crul heeft gedoeld, dat op deze zaak nader zal
worden teruggekomen. Bij die gelegenheid zullen wij er dan gaarne
op ingaan.
De heer -SANDBERG: Ik wil er mijnerzijds nog een kleine kantte
kening aan toevoegen. Het college stelt de raad voor adressante over
eenkomstig vorenstaande informatie te antwoorden. Ik vraag mij af of
het misschien een goede geste zou zijn om via de gemeentelijke voor
lichtingsdienst alle betrokkenen - althans zij die onder de vertraging
hebben geleden - in kennis te stellen van de redenen. Ik veronderstel
dat die betrokkenen een dergelijk schrijven als een positieve geste zul
len aanvaarden en ik zou gaarne vernemen of het college deze geste
wil overnemen.
De heer VAN LOON: Ik meen uit het stuk te mogen opmaken dat
het onderzoek naar de oorzaak van de klacht die op 15 september door
de Commissie Buurtopbouw Wisselaar" is geuit, is beëindigd. Het lijkt
mij dan ook verstandig dat wij dit stuk nu niet verder aanhouden, maar
deze Commissie op de kortst mogelijke termijn antwoord geven. Ik
geef toe dat de op twee na laatste alinea van het voorstel misschien
een beetje ongelukkig is, maar ik meen dat daaraan in de formulering
van de brief toch wel tegemoet kan worden gekomen.
Wethouder MELZER: Mevrouw Van Nes heeft gesteld dat de tijd
die verlopen is tussen de ontvangst van de brief en dit voorstel toch wel
bijzonder lang is. Ik kan daar wel begrip voor hebben, want een tijd
van twee maanden is inderdaad lang, zeker ten opzichte van mensen die
- terecht - een klacht hebben ingediend.
Zoals ik ook in de afdeling heb gezegd zijn er behalve deze
brief nog meer problemen met betrekking tot de wijkverwarming en