833 12 NOVEMBER 1970. andere aard. Ik kan hun standpunt onderschrijven dat belofte schuld maakt. Inderdaad is in het voorjaar toegezegd dat naar aanleiding van de verhoging van de watertarieven de elektriciteitstarieven voor de middengroepen, zijnde een groot aantal verbruikers in het midden- en kleinbedrijf, ter compensatie zouden worden verlaagd. Dit voorstel is nog niet aan de raad voorgelegd, maar gekoppeld aan de begrotings behandeling. Dat die op een laat tijdstip zal plaatsvinden is een ge volg van het P.P.P.-effect, zoals een ieder bekend is, en daar kan het college niets aan veranderen. De begroting zal volgend jaar in februari worden behandeld. Ik meen dat wij niet moeten tomen aan het budgetrecht van de raad, want het gaat om een nogal fors bedrag, namelijk zes ton en ik geloof dan ook dat het aan de raad is bij de be grotingsbehandeling te beslissen of hij dit wil accepteren of niet, hoe wel er, als dit niet gebeurt, andere wijzigingen dienen te worden voor gesteld of doorgevoerd. Natuurlijk hadden wij los van deze budgettaire bezwaren w-el een voorstel kunnen indienen om dit te ontkoppelen van de begroting. Dat zou eventueel vanavond al mogelijk zijn geweest. Daarbij stuit men echter op praktische bezwaren. Stel dat de raad vanavond een voorstel was voorgelegd om de tarieven voor de middengroepen per 1 januari a. s. te verlagen. Daar zitten dan verschillende technische facetten aan, want daarvoor moeten de meters worden vervangen. Ik heb hierover een gesprek gehad met het bedrijf en daar ziet men geen kans om deze zaak voor 1 juli van het volgende jaar te effectueren. Een dergelijk voorstel zou dus pas effect sorteren per 1 juli 1971. Dat is de situatie zoals die op het ogenblik is en ik meen dat ik dit duide lijk en eerlijk moet stellen. De heer Crul heeft gevraagd hoe het zit met de tariefstelling in verhouding tot het streven van de regering. Het voorstel om deze clau sule door te berekenen is afkomstig van de gezamenlijke Nederlandse elektriciteitsbedrijven. Het is mij uiteraard niet bekend welk stanpunt de minister van Economische Zaken zal innemen, maar ik moet er wel op wijzen dat de olieprijzen in de laatste maanden, in de laatste weken zelfs, onmstbarend zijn gestegen en dat die prijzen nog steeds blijven oplopen omdat er door enkele grote landen enorm wordt gehamsterd. Ik zou er dan ook voor willen waarschuwen dat die 0,3 cent per kWh best een halve cent zou kunnen worden. Ik ben echter niet bang dat de elektriciteitsbedrijven in hun in- kooppolitiek niet keihard zouden zijn. Het is nog niet zo lang geleden dat de olieleveranciers elkaar voor de deur verdrongen om te mogen verkopen en ik geloof dat de bedrijven daar een goed gebmik van heb ben gemaakt, wat het voordeel heeft gehad dat de brandstofclausule voor de industrie ertoe heeft bijgedragen dat wij de tarieven voor de kleinverbruikers niet hebben behoeven te verhogen. De heer BIEMANS: Op één punt ben ik het wel met de wethou der eens. Ook ik verwacht namelijk niet dat de olieprijzen zullen dalen, integendeel, de kans is bijzonder reëel dat die nog verder zullen oplo pen met als gevolg een verdere stijging van het elektriciteitstarief als gevolg van de brandstofclausule, hoewel ik die - dat herhaal ik nogmaals

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 833