860
17 DECEMBER 1970
m. Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dd.
18-11-1970, G. nr. 52076, houdende mededeling dat wordt
ingestemd met het raadsbesluit van 17-9-1970 tot wijziging
van de algemene bezoldigingsverordening met ingang van
1-7-1970 (minimum loon);
n. Overzicht van gesloten kas- en geldleningen over de maand
november 1970;
o. Afschrift van het schrijven van burgemeester en wethouders
aan de Nederlandse Hart-Stichting naar aanleiding van het
subsidieverzoek voor 1971.
p. Bijlage 406
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
q. Bijlage 406a
Antwoord op gedane toezegging.
De heer JANSEN: Mag ik op nr. q bij de rondvraag nog even terugr
komen?
De VOORZITTER: U behoeft dat niet te vragen, u mag daj zo zon
der meer doen. Laten wij dat nu meteen voor de volgende maal af
spreken.
De heer VAN OS: Ik wil vragen naar het criterium dat u hanteert
voor het opnemen van brieven bij dit agendapunt. Mij is ter ore ge
komen dat er reeds geruime tijd een brief van de heer Woestenberg
zou zijn en die brief komt op deze lijst niet voor.
De VOORZITTER: Op uw laatste vraag kan ik geen antwoord geven.
Wanneer die brief is binnengekomen zal ik hem zeker aan de orde stel
len. Ik kan er op het ogenblik helaas niets over zeggen.
Het criterium voor opname onder dit punt is dat de brieven niet
in handen van burgemeester en wethouders worden gesteld om preadvies
of ter afdoening. Het zijn stukken waarover naar het oordeel van het
college geen verder beraad nodig is.
De heer VAN LOON: Ik meende dat het hier gaat om stukken die
aan de raad zijn gericht.
De VOORZITTER: Dat spreekt vanzelf en daar ben ik dan ook van uit
gegaan. Het lijkt mij normaal dat hier slechts die stukken aan de orde
komen die aan de raad zijn gericht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig
hetgeen ten aanzien van deze stukken was voorgesteld.