867 17 DECEMBER 1970 van woningtypes en alle andere zaken die haar ingevolge haar doel stelling ter harte gaan. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 9. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT DE SUBSIDIËRING VAN DE RECLASSERINGSVERENIGINGEN TE BREDA. De heer JANSEN; Persoonlijk heb ik een beetje onvrede met dit voorstel en daarom wil ik graag enkele vragen stellen en opmerkingen maken. In het voorstel staat dat wanneer de gemeente een subsidie verleent, die door de landelijke verenigingen in mindering wordt gebracht. Dit wordt door de landelijke verenigingen tegengesproken.- Een volgend punt is dat er voor velen een bezwaar kleeft aan het eigen vermogen van 300. 000, - -Ik moet zeggen dat er, wanneer men dit uitsmeert over 700 gemeenten, weinig van over blijft, temeer omdat deze reser ves bestemd zijn voor investeringen voor verbouwingen enz. Mij is meegedeeld dat het geld dat de gemeente Breda beschikbaar stelde meestal werd gebruikt voor doeleinden die niet door de landelijke verenigingen worden gesubsidieerd, zoals de tegemoetkoming in de kosten van gezinnen van gedetineerden met Sint Nicolaas en Kerstmis. De mogelijkheid dat er, wanneer de gemeente geen subsidie verleent, dit jaar geen geld zal zijn voor deze activiteiten, verontrust mij ten zeerste. De heer BARIJ: Voor de tweede maal ligt thans het voorstel voor ons tot beëindiging van de subsidiëring van de plaatselijke reclasserings- verenigingen. Ik wil vooropstellen dat ik er nooit aan getwijfeld heb -- ik twijfel daar ook nu niet aan -- dat het college waardering heeft voor het werk van de reclassering en dat het college het bestaansrecht van de plaatselijke reclasseringsinstellingen volledig onderschrijft. Ik wil er per se van uit gaan dat het het college alleen gaat om de vraag of de gemeente hierbij op financieel terrein een taak heeft. In de juni- vérgaaering van dit jaar heb ik nogal gesputterd tegen het doen verdwijnen van de subsidies. Ik heb toen betoogd dat er, althans wat de katholieke reclasseringsvereniging betreft, niet kan worden gesproken van een sym- pathiebijdrage en ik houd dat ook nu vol. Met de bijdragen van de ge meente Breda en van de omliggende gemeenten bestrijdt de katholieke reclasseringsvereniging een kwart van de kosten van haar apparaat en ik meen dan ook dat er dan geen sprake is en kan zijn van een sympathie- bijdrage. In ae juni'vergadering heb ik ook bezwaar gemaakt tegen de stelling van het college -- evenals de heer Jansen zoëven heeft gedaan -- dat het gemeentelijke subsidie in mindering wordt gebracht op het door de lan delijke instellingen uitgekeerde rijkssubsidie en ook dat bezwaar hand haaf ik. Uw stelling is mijns inziens onjuist, dat is niet het geval.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 867