871 17 DECEMBER 1970 samenwerking. Ik moet toegeven dat het er toen misschien allemaal wel een beetje somber uitzag, hoewel mijn fractie zich in die vergadering direct tot samenwerking bereid heeft verklaard. Thans blijkt dat de part ners elkaar hebben gevonden, wat mijns inziens alleen maar ten goede kan komen aan het onderwijs en de belangen van de kinderen die door dit on derwijs worden behartigd. Wij wensen de werkgroep succes toe bij haar verdere activiteiten en gaan gaarne akkoord met dit voorstel. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Het rapport van de Werkgroep Schooladvieswerk Breda is een gedegen stuk en onze fractie kan de conclusies daarin dan ook volledig onderschrijven. Het is voor het Bredase onder wijs van het grootste belang dat alle disciplines en levensbeschouwingen onder een, hopelijk krachtige, noemer worden gebracht. Zoals men in de Volkskrant van hedenmorgen heeft kunnen lezen, heeft de heer Laban samen met enkele andere leden van de Tweede Kamer gisteren een motie ingediend om te komen tot een rijkssubsidieregeling voor onderwijsbege leidingsdiensten. Het is te hopen dat deze motie door de Kamer zal wor den aanvaard, zodat het voorgestelde instituut in Breda mede door de rijks subsidie sterk van de grond kan komen en levensvatbaar zal blijken. Ten slotte mogen wij er nogmaals bij het college op aandringen het wordt wel eentonig de procedure voor de kandidaatstelling voor deze func tionele commissie op democratische wijze tot stand te laten komen. De heer SCHOENMAKERS: Ik kan mij geheel aansluiten bij hetgeen mevrouw Willems en de heren van der Werff en Barij hebben gezegd. Het gelukkigst echter met de totstandkoming van het schooladvieswerk zal het Bredase onderwijs zelf zijn, dat hierop jarenlang heeft gewacht. Ik kan dan ook alleen maar de hoop uitspreken dat de verdere activi teiten van de we rkgroep zich in versneld tempo zullen voltrekken en dat het preadvies van burgemeester en wethouders geheel in die geest zal overkomen. Ik heb dan ook helemaal geen moeite met dit voor stel. Ik heb in de afdeling onderwijs echter al gezegd dat het wellicht mogelijk is dat de subsidieregeling voor het schoolmaatschappelijk werk, dat immers een geïntegreerd onderdeel zal uitmaken van het schooladvieswerk, een andere bestuursvorm mogelijk maakt. In de afdeling is mij toegezegd dat dit nader zou worden onderzocht. Ik kan mij voor stellen dat dit in de korte tijd die sindsdien is verlopen nog niet is ge beurd, maar zou het mogelijk zijn dan zouden wij op ons besluit moeten kunnen terugkomen. Dit geldt met name voor punt'2 van de conclusie. Wethouder BROEDERS: Het verheugt mij bijzonder dat het voorstel met zoveel instemming door alle sprekers is ontvangen. Over dit aspect kan ik dan ook kort zijn. Ik wil graag op mij nemen de werkgroep van deze waardering in kennis te stellen. De heer van der Werff en mevrouw Willems hebben betoogd dat het de gezamenlijke aanpak is die hun het meest aanspreekt. De heer van der Werff heeft daarbij gezegd dat, ik meen dat wij dat met elkaar in verband kunnen brengen, door die gezamenlijke aanpak echt iets zal kunnen worden gedaan aan de analyse van de situatie van het onder wijs .naar aanleiding van hetgeen wij uit de sociografische rapporten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 871