874
17 DECEMBER 1970
is gebracht om dit te gaan doen. Bovenaan de tweede pagina van het
voorstel zie ik de voorzitter van deze werkgroep genoemd. Ik heb bij
het vorige agendapunt al mijn bewondering voor net schooladvieswerk
uitgesproken. De voorzitter van deze werkgroep is dezelfde en ik meen
dan ook dat wij ook deze activiteit van de wethouder met de zekerheid
van efficiënt en goed werk tegemoet kunnen zien. Ik wil er nog aan toe
voegen dat het te leggen verband en de brede samenstelling naar ons
voorkomt in alle kringen vertrouwen kunnen wekken.
Er resten mij nog twee vragen. Allereerst zou ik willen weten of er
bij het totstandkomen hiervan een factor tijdnood is. Gezien de vastgelegde
ambities veronderstel ik dat men per 1 augustus 1971 wiLbeginnen. Dat
duurt nog maar ruim een half jaar, zodat het voor de werkgroep bijzon
der snel en efficiënt aanpakken is geblazen. Verder ziei ik bestuurlijke,
inhoudelijke en technische aspecten genoemd. Ik veronderstel dat daar
in ook de onderwijskundige aspecten zijn ingebouwd. De programmering
van het onderwijs en de vorming zal namelijk op een zeer moderne wijze
dienen plaats te vinden om de jongeren in totaliteit te kunnen vatten
en de ambitie om in groten getale op te komen als het ware te kunnen
bijbrengen.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Ook onze fractie wil haar waardering
uitspreken voor het tof stand komen van de werkgroep experiment streek-
centrum. Het is verheugend dat alle belanghebbende groeperingen bij
deze ontwikkeling zijn betrokken. Wij hopen dat de werkgroep alle po
gingen in het werk zal stellen om te bevorderen dat een dergelijk ex
periment in 1971 in Breda kan starten en wensen haar veel succes bij
haar arbeid.
De heer VON SCHMID; Ook onze fractie is zeer verheugd.
De VOORZITTER: Zo'n korte toespraak heb ik in lang niet meer
gehoord!
Wethouder BROEDERS: Ik ben een beetje ontroerd door de algemene
blijdschap van de raad, maar aan de andere kant krijg ik toch het ge
voel met meer moeilijkheden te zitten dan de raad veronderstelt. De
heer van der Werff zegt namelijk dat de moeilijkheden overwonnen
lijken, maar men zal zich kunnen voorstellen dat de voorzitter van de
werkgroep er eigenlijk middenin zit. De hele kwestie van de onderwijs
kundige facetten, zoals de heer van der Werff ze noemt in het stuk
staat inhoudelijke facetten; de term "onderwijskundige facetten" is in
dit verband wellicht al een beetje besmet --, is een terrein waarop
de werkgroep al meteen midden in de problematiek zit. Ik ben blij
dat deze groep bij elkaar zit, ik heb grote waardering voor degenen
die er deel van uitmaken en die zich met groot enthousiasme in de
problemen hebben gestort. Dit nieuwe terrein is moeilijker dan wij
vaak veronderstellen met betrekking tot -- als ik het woord van de
heer van der Werff mag gebruiken --de onderwijskundige facetten
en de vormgeving daaraan, alsmede de bestuursvorm, de financiering, etc.