17 DECEMBER 1970 878 en qua esthetische vormgeving een aanwinst voor het stadsbeeld wor den genoemd. Dit neemt niet weg dat, zoals terecht is gememoreerd door de heer Spanjer, een aantal bewoners van de Doenradestraat, die verenigd zijn in een actiecomité met de woordvoerder waarvan ik een gesprek heb gehad, bezwaren maakt tegen deze flatbouw voor hun huis. Hiermee zijn de emotionele problemen begonnen. Deze mensen, de eerste bewoners van Ijpelaar, hebben vijf of zes jaar lang een groot stuk ruimte voor hun huis gehad, maar zij leefden in de wetenschap dat er vroeg of laat hoog bouw zou komen. Dat tijdstip is nu aangebroken en het enige verschil tussen het aanvankelijke plan en de bouw zoals die nu hopelijk gereali seerd zal worden is het ontbreken van de twee doorkijken. Ik wil de raad erop wijzen dat het college hier gebruik mag maken van zijn bevoegdheid af te wijken van het plan-Ijpelaar, maar in het gesprek dat ik heb ge voerd met de woordvoerder van het actiecomité heb ik deze gezegd dat men van alle rechten gebruik kan maken zoals die zijn vastgelegd. Dat betekent dat men, wanneer het college gebruik maakt van zijn af wijkingsbevoegdheid, bezwaren kan indienen. Mevrouw van Nes heeft gewezen op de parkeerproblemen. Ik kan haar meedelen dat in het plan ruimte voor parkeermogelijkheden zijn opgenomen, hoewel dat natuurlijk niets afdoet aan het feit dat door deze bouw waarschijnlijk ook andere auto's zullen worden aangetrokken. Ik zeg haar graag toe dat de verkeerspolitie zal bekijken welke ver keersmaatregelen daar getroffen moeten worden om de bewoners van de Doenradestraat zo weinig mogelijk overlast te bezorgen. De heer van Merkom stelt dat er, los van dit plan, meer contact moet zijn met de bewoners van een wijk bij het realiseren van bouwplannen. Ik moet hem er allereerst op wijzen dat wij in de gehele procedure van de ruimtelijke vormgeving van Breda niet van tijd tot tijd eenmaal vastge stelde bestemmingsplannen ter discussie kunnen stellen, maar anderzijds is een goede informatie van de kant van de gemeente naar de bewoners over wat hun te wachten staat en een discussiemogelijkheid daarover een juiste zaak. Dat is de reden dat ik de woordvoerder van het actie comité, dat weer deel uitmaakt van de Werkgroep Breda-Zuidoost, heb uitgenodigd om over drie weken met mij een gesprek te hebben over de vormgeving van Ijpelaar en hem te informeren over wat er nog meer staat te gebeuren, om te pogen nog openingen te houden in de punten die ter discussie staan. De heer Froger heeft nog een opmerking gemaakt over het aan de orde stellen van deze en soortgelijke zaken in ae afdelingen. Misschien heb ik hem niet helemaal goed begrepen, maar ik meen dat er twee afde lingen zijn die zich met deze problemen zouden kunnen bezighouden. Dat is in de eerste plaats de raadsafdeling voor openbare werken en ten tweede de afdeling voor ruimtelijke ordening. Met name in de afdeling voor openbare werken is voorgesteld dergelijke zaken te laten behandelen in de afdeling voor ruimtelijke ordening, omdat het aspect van de ruimte lijke ordening hier meer aan de orde is dan het aspect van openbare wer ken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 878