17 DECEMBER 1970 882 een rapport dat handelt over de toekomst van de Bredase binnenstad, lees ik met betrekking tot hetsaneringsgebied Leuvenaarstraat-Middel laan, dat dit gebied niet geschikt is om de expansie van de binnen stedelijke winkelfunctie op te vangen, dat voor particuliere woning bouw weinig belangstelling is te verwachten en dat voor dit gebied geschikte bedrijven niet strikt aan dit gebied gebonden zullen zijn. Ik vrees dan ook dat, zeker in de eerste jaren, grote gedeelten van dit saneringsgebied braak zullen blijven liggen. Dit alles overwegende is bij mij de vraag gerezen waarom de amo- vering op een zo rigoureuze wijze ter hand wordt genomen. Er zijn ongetwijfeld woningen in dit saneringsgebied die gehandhaafd kunnen blijven, terwijl weer andere woningen zouden kunnen worden gereno veerd. Wanneer wij de woningnood als een zaak van de hoogste prioriteit zien, zullen wij extra zuinig moeten zijn op ons huidige woningbezit. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Met hetgeen de heer Brooimans heeft gezegd over de woningnood ben ik het volledig eens, maar gezien de staat waarin de woningen in dit gebied verkeren zou ik willen zeggen: liever vandaag nog tegen de grond dan morgen, hoe weinig woningen er ook zijn, want het is een schande dat daar nog mensen in moeten wonen. Ik weet niet of de heer Brooimans er ooit in is geweest, maar ik wel en ik weet er dus iets van. Op het terrein dat na het slopen beschikbaar komt is er o. a. een plan voor het realiseren van een gebouw voor de handelmaatschappij Koegenboeg. Ik zou graag van de wethouder willen weten in welk stadium dit plan is en of er een aan zekerheid grenzende waarschijn lijkheid is dat dit zijn beslag krijgt of niet. Indien dit niet het geval is, kan de grond die dan braak blijft liggen tenminste geëgaliseerd worden? Dan ontstaan daar niet de gaten en modderpoelen die wij in andere delen van de stad nog steeds tegenkomen. Wethouder VAN DUN: Zowel door de heer Brooimans als door me vrouw van Nes, die hem daarin is bijgevallen, is de-woningnood in het algemeen en in Breda in het bijzonder betiteld als volksvijand nr. 1, waaraarr1 de heerBrooimans nog heeft toegevoegd dat aan de woning- problematiek de hoogste prioriteit moet worden toegekend. Ik meen dat dit geen onbekende zaak is in deze raad, omdat in de boodschap die het college van de raad heeft meegekregen de volkshuisvesting de kwalificatie "allerhoogste prioriteit" heeft gekregen. Dat is de mening van de raad en het college heeft deze boodschap verstaan; men kan dan ook van het college verwachten dat het het met deze kwalificatie van harte eens is. Wanneer ik mij nu beperk tot het voorstel dat aan de orde is, dan constateren wij dat het gaat om het slopen van panden, met name in het saneringsgebied Leuvenaarstraat-Middellaan zoals in de toelichting staat. Ik ben blij dat mevrouw van Nes toegeeft dat de kwaliteit van deze woningen bijzonder slecht is. Dat behoeft niet direct een reden te zijn om deze woningen te amoveren -- kunnen wij niet eens pro beren daarvoor een Nederlands woord te vinden? --, ze zouden mis schien ook kunnen worden gerenoveerd en opgeknapt, zoals de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 882